Tegelijkertijd klonk het Wilhelmus van Nassauwen uit ruim
driehonderd cadettenkelen. Toen een oogenblik daarna de Gou
verneur het corps toesprak en op zoo treffende wijze de belang
rijkheid van de blijde gebeurtenis schetste, toen blonk in menig
cadettenoog een traan van vreugde. Zoo juist werden de gevoelens
van allen onder woorden gebracht, toen de Gouverneur de
woorden sprak: „In deze omgeving, waar eens Prins Willem de
Eerste heeft geleefd .en gewerkt, wordt de geboorte van dezen
nazaat van den Zwijger uit den aard der zaak met een bijzondere
vreugde begroet, niet het minst door U, aanstaande officieren,
die hier of in de koloniën zult te waken hebben ook voor de
belangen van den troon. Gij zult met geestdrift vernemen het
groote geluk, aan ons Vorstenhuis te beurt gevallen!"
Nu, die geestdrift was er. Dat bleek duidelijk uit de wijze
waarop dien morgen werd geparadeerd ter eere onzer Prinses.
Werden ooit de verschillende bewegingen beter uitgevoerd, de
geweren met meer geestdrift gepresenteerd? „Als we later terug
denken aan onzen cadettentijd, laten we dan één ding nimmer
vergeten, kameraden,het Wilhelmus dat we zongen toen de
driekleur geheschen werd boven het dak der Academie".
Deze woorden schreef de bewerker van „Juliana-dag" in den
almanak van 1910 aan het slot van zijn artikel.
En we hebben niet vergeten. Het is thans een schoon oogen
blik daarvan getuigenis af te leggen.
23 Februari 1911. Een zeer sombere dag! Want op dien dag
kwam aan de Academie een man te ontvallen die gedurende
ruim vijf jaren zijn volle werkkracht had gewijd aan het welzijn
van het cadettencorps. In den laten avond van den 23sten Fe
bruari deelde de eerste officier het heengaan mede van den
Gouverneur, Generaal-Majoor Jhr. L. C. van den Brandeler.
Oprecht werd zijn heengaan betreurd door het corps, waarvan
hij in woorden en daden steeds had getoond een waarachtig
vriend te zijn.
Met deze enkele woorden wilden we in dit overzicht de na
gedachtenis eeren van een hoogstaand man, een militair in hart
en ziel, van wien wij cadetten zoo veel konden leeren.
En hiermede besluiten we den terugblik op de jaren doorge
bracht op het oude Kasteel van Breda, de jaren die, we weten
het zeker, zullen blijven behooren tot de beste jaren gedurende
welke we Harer Majesteits' uniform kunnen dragen.
J. H. UHL.
Kapitein van den generalen staf.
845