Wel herinneren we ons, dat een algemeene grief was de slechte
treinenloop op Zaterdag. Het was voor een cadet niet mogelijk
om, na afloop van de Zaterdagsche inspektie en na zich bij van
Hall in buitenmodel gestoken te hebben, nog met den middag
trein met verlof te kunnen gaan. De dienstregeling van de Hol-
landsche Spoor scheen maar geen rekening te kunnen houden
met de verlangens van talrijke cadetten, die op Zaterdag na de
inspectie in buitenmodel met verlof wilden.
En van deze drie zaken, inspectie, buitenmodel en verlof, was
de cadet toch het minst gesteld op de inspectie en het meest
op zijn verlof en zijn buitenmodel.
Vandaar, dat onze verontwaardiging over een dergelijke on
houdbare toestand zich meer richtte tegen het Akademiebestuur dan
tegen de verantwoordelijke directie's der Spoorwegmaatschappijen.
Eenige maanden later kwam er weer een nieuwe senaat waar
schijnlijk, omdat anders het gebruikelijke ceremonieel van de
eerstvolgende barentijd in de war geloopen zou zijn, en baren,
daar konden we nu eenmaal niet buiten. De barentijd, met als
slotapotheose een opgewekte rechtszitting van den Bloedraad, was
een traditie, die niet verloren mocht gaan.
Dat de gevoelens van ontevredenheid in het cadettencorps niet
zoo erg diep gingen en niet au serieux genomen behoefden te
worden, en dat ze zeker niet in staat waren om op den duur
de eerbied voor het gezag te ondermijnen, die van den toekomstigen
officier verwacht mocht worden, bleek een jaar later. In Novem
ber 1918 betrad het revolutiespook op zijn rondreis door Europa
ook den Vaderlandschen bodem.
Naar aanleiding van de critieke gebeurtenissen, die toen in
Nederland plaats grepen, was er weer een corpsvergadering
waarin onder algemeene geestdrift besloten werd om in een
telegram aan H. M. de Koningin onze gevoelens van trouw en
verknochtheid aan het wettelijk gezag te vertolken.
Het Bredasche cadettencorps was één der eerste lichamen, dat
het initiatief tot dit huldebetoon nam dit voorbeeld werd door
zeer vele Nederlandsche vereenigingen en instellingen gevolgd.
In diezelfde vergadering werd nog besloten, met 't oog op de
moeilijke tijden, en tevens vanwege een griepepidemie, die zich
zeer ernstig liet aanzien, om af te zien van de viering van het
90-jarig bestaan der Akademie. Toch is het 90-jarig jubileum
nog gevierd, maar op veel bescheidener schaal dan aanvankelijk
in het voornemen lag.
Ook de uiterlijke gedaante van de Kilakadmon-maatschappij
werd in deze jaren niet onaangetast gelaten.
Tegenover de felle anti-militaire propaganda en de geringe
ambitie voor het officiersberoep, werden maatregelen genomen.
De rang van cadetvaandrig werd ingesteld en na eenige over
gangstoestanden werd die rang door den tweedejaars cadet be
reikt. Daardoor werd getracht den cadet niet te veel achter te
854