over stond een maatregel, die veel beloofde goed te maken:
de verplichte studie werd afgeschaft. Daarmee werd niet
bedoeld, dat we van dat oogenblik af aan niet meer tot studie
verplicht waren, neen, de bedoeling was, dat we voortaan in
vrijheid mochten studeeren. De C-fuif bleef slechts bestaan voor
die onverlaten, die al te openlijk met hun studieplichten den
draak staken.
Voor die heeren bleven plaatsen gereserveerd in een of ander
geriefelijk leslokaal, dat op een onwaarschijnlijke manier prikke
lend op den studiedrang moest werken, zoodat met recht ver
wacht mocht worden, dat die C-fuif nog eens een centrum zou
worden van een diepzinnig militair-wetenschappelijk studieleven.
Die enkele Lord Lister, die er verzeild raakte, kon die verwach
tingen niet den bodem inslaan.
Alle overige cadetten, dus zij, die afdoende bewezen, te zijn
bezweken voor de verleiding van den boom der militaire kennis,
mochten voortaan zelf plaatsen reserveeren gedurende dat deel
van hun vrijen tijd, dat ze noodig vonden aan de studie te wij
den. En dat deden ze dan ook, en wel op de meest verschil
lende manieren.
De studeerende cadet, de jonker, bezig de militaire weten
schap te doorgronden tot aan de grenzen der waarheid,
weid een phenomeen, dat niet alleen beperkt bleef tot leeszaal
en cantine, maar dat men voortaan overal kan aantreffen.
Er waren er, die de rust van het walletje prefereerden, om
hardop de tien punten als even zoovele geboden uit het hoofd
te leeren, die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid
den volgenden dag op de repetitie gevraagd zouden worden.
Er waren anderen die de oplossing van ingewikkelde pro
blemen op geen betere wijze wisten te benaderen, dan door hun
bedleger op te zoeken, totdat de bel voor het avondeten hen
uit hun vruchtbare studieslaap wekte.
Men had practici die volledig op de hoogte kwamen van hun
tactiek en strategie, door in de schuur eens copieus te gaan
dineeren, terwijl anderen ongekende resultaten bereikten op het
gebied van de soldatenschool, door onderlinge instructie op een
gehuurde gemeubileerde kamer.
Wij hebben te korten tijd van deze veranderingen in het
studiesysteem kunnen profiteeren, om eventueele resultaten aan
den lijve of liever aan den geeste te hebben kunnen constateeren.
Over het vraagstuk van de studiedwang of studievrijheid bleek
groot verschil van meening te bestaan, want het wierp in woord
en geschrift veel stof op. Er werd gesproken en geschreven over
militaire opvoeding, over krijgstucht, bronnenstudie, verzekerde
jaarlijksche aanvulling enz. Ook wij cadetten hoorden en lazen al
die strijdvragen, en we begrepen ze, maar zeiden niets, ofschoon
we de waarheid wel voelden wanneer or.ze overigens chauvinistisch
856