Direct na het Kerstverlof werd een begin gemaakt met de voor bereidingen voor het assaut, dat werkelijk heel wat beloofde te worden. Doch de in November gedane beloften werden ingetrokken, zoodat het geheele corps eenstemmig weigerde een assaut te houden. Op last van hoogerhand werden wel eenige sportdemonstraties gehouden op den 30sten April. Velocitas, als van ouds de cadetten-voetbalvereeniging, welke na een hopeloos pechjaar gedegradeerd was tot 2de klasser, zouden we met alle macht er weer bovenop helpen, kregen hierbij zelfs hulp van oudleden. Hoe hard er ook gezwoegd werd, de resultaten bleven beneden peil en werd er besloten de elftallen uit de com petitie terug te trekken en de voetbalsport te blijven beoefenen door het spelen van vriendschappelijke wedstrijden. De roeivereeniging zorgde ervoor dat de naam der Cadetten ook in andere deelen des lands hoog gehouden werd. Twee vieren kwamen uit op de wedstrijden van Koninklijke zeil en roeiveree niging in Amsterdam. Het cursusjaar '24-25 bracht ons nieuwe verrassing. Het jongste jaar werd n. 1. gedetacheerd op de scholen voor verlofsofficieren in Breda en Ede. In hun plaats kwamen de leerlingen van den centralen Cursus en de S. V. O. der militaire administratie. Het werd een hopelooze uniformverwarring. Dat deze detacheering van het jongste jaar fnuikend zou werken was te voorzien. Niet alleen liep het ledental van de verschillende clubs sterk terug, maar ook kwamen er geen nieuwe krachten bij. De meeste konden zich slechts met veel moeite staande houden. Het sterkst ondervond de roeivereeniging deze nadeelen; de bootenhuizen bleven meestentijds gesloten. De pogingen door het bestuur in het werk gesteld om de weinige leden tot fanatisme aan te sporen bleven vruchteloos. Overigens leverde het vereenigingsjaar niet veel vermeldens waardigs op. Met nieuwen moed werd het nieuwe jaar ingezet; de onderlinge naijver was in den loop der jaren wel verminderd, men was aan dezen toestand gewend geraakt wist niet beter of het hoorde zoo. Toch bleef de eenheid ver te zoeken. Tot het Kerstverlof gebeurde niet veel bijzonders. Tijdens dat verlof evenwel werden we opgeschrikt door de overstrooming, die in Limburg een watersnood veroorzaakte. Het was een nationale ramp en aan de oproep daadwerkelijke steun te verleenen werd onmiddellijk gehoor gegeven. Met plezier offerden we een dag verlof op. Het waren angstige dagen; gelukkig was het gevaar spoedig bezworen. Alleen de artilleristen maakten de emotie mee, 864

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 51