Juist dezer dagen kregen we, uit de dagbladen kennis van de definitieve opheffing van den Hoofdcursus. Op 10 Augustus j. 1., zoo lazen we onlangs in de dagbladen, vond op het sportterrein van de Koninklijke Militaire Academie te Breda een historische plechtigheid plaats. Het feit werd n. 1. her dacht, dat de leerlingen van den Hoofdcursus voor de laatste maal voor benoeming tot tweeden luitenant werden voorgedragen. Bij deze gelegenheid sprak de generaal-majoor Prins, als ver tegenwoordiger van den Minister van Oorlog, ongeveer als volgt O ,,De Minister draagt mij op zijn waardeering uit te spreken voor directeur, leeraren en officieren, van den Hoofdcursus, die hun beste krachten hebben gewijd aan de opleiding der onderofficieren tot officieren. De Minister gedenkt in dankbaarheid de vele uit stekende officieren, die deze instelling aan het leger heeft geleverd". Men zal dus bij de viering van het honderdjarig bestaan van de Koninklijke Militair Academie de gebruikelijke deputatie van de hoofdcursianen moeten missen. Hoogstens zal die onderwijsinrich ting vertegenwoordigd kunnen worden door officieren, die hunne opleiding aan den H. C. hebben genoten. Het is ons hier een behoefte een woord van warme hulde uit te spreken jegens hen die met de spreuk „Excelsior" voor oogen, hunne opleiding ontvingen aan den Hoofdcursus, welk instituut op 1 October 1869 werd opgericht. Als een verblijdend verschijnsel mag hier nog wel worden gecon stateerd dat h. t. 1. nimmer sprake is geweest van een afscheiding tusschen de officieren afkomstig van verschillende onderwijsin richtingen. Nog andere plaatsen zullen ledig blijven bij de viering van het Bredasche feest, n. 1. die der jeugdige makkers, die bij dergelijke feestelijkheden werden afgevaardigd door het Alkmaarsch Cadetten- korps. In October 1924 werd deze school, na een ruim dertigjarig bestaan gesloten. Eindelijk mag hier niet verzuimd worden melding te maken van een specifiek Indische inrichting van militair-onderwijs, n. 1. de Militaire school te Meester-Cornelis. Op verschillende wijze is deze inrichting, in den loop der jaren werkzaam geweest in het belang van de aanvulling van het officierskorps. Ook deze inrichting heeft recht op diepe erkentelijkheid voor alles wat zij en de vele leerlingen, die zij heeft afgeleverd, hebben gedaan voor de handhaving van het Nederlandsch gezag in dezen Archipel. (Voor nadere bijzonderheden omtrent deze bij de jongeren wellicht minder bekende inrichting moge worden verwezen naar een des betreffend artikel voorkomende in het I. M. T. 1927 No. 10.) 868 Men zie o. a. A. I. D. van 10 Sept. j.l,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 55