Als een verblijdend verschijnsel hebben we dan ook meermalen geconstateerd, dat collega's, die reeds jaren lang buiten het legei een bestaan vinden met dankbaarheid getuigen van de K. M. A. opleiding. We spreken daarom hier de wensch uit, dat bij een volgende jubileumsviering wederom uitsluitend de ups en downs van het cadettenhuishouden, „binnen de grijze muren van het kasteel van Breda" zullen kunnen worden herdacht. We zouden ons tot het vorenstaande kunnen beperken, ware het niet dat we onder de hiervoren opgesomde punten, welke algemeene instemming vinden ook aantreffen het punt: „dat er over enkele vakken, tot verhooging van de algemeene ontwikkeling in het bij zonder in socialen zin, buiten het lesrooster voordrachten moeten worden gehouden". De vermelding van dit punt toch roept ons een pogen in die richting in het geheugen terug, n. 1. de in de jaren '20 tot '23 te Breda gehouden Indische leergangen. We meenen deze leergangen in dit overzicht te mogen noemen o. m. omdat ook daaraan, voor velen, aangename herinneringen verbonden zijn. We mogen hiertoe herinneren aan een zeer geani meerd feest gehouden tijdens een kermisweek in Breda na afloop van een dergelijken leergang waaraan^een 80-tal Indische officieren van verschillende rang en anciënniteit deelnamen. Ook was daarbij aanwezig de eerste officier van Inheemschen landaard, die door de K. M. A. werd afgeleverd en met veel instemming werd bij die gelegenheid het feit geconstateerd, dat deze jonge man ook ten volle in het korps was opgenomen. En nu de toekomst! We meenen ook hiervoor een vroeger geschreven woord n.l. het slot van een opstel betrekking hebbende op het 50-jarig Jubilé van de Koninklijke Militaire Academie, voorkomende in de Militaire Spectator van het jaarjl878 in de Jierinnering'.te mogen terugroepen. „En nu de toekomst! O, dat ze schoon moge zijn voor u Koninklijke Militaire Academie, voedster van het leger hier te lande en van dat in de Overzeesche gewesten, bron van kracht voor Neerland's krijgswezen. Bescherm, om aan uwe moeilijke doch schoone roeping te voldoen, oprechten zin voor wetenschap, kweek lust en liefde voor studie, als de eenige grondslagen voor vrucht baren en rijken voortgezetten arbeid, in onze zonen van Mars. Laat het u ernst zijn en blijven met milde hand te strooien wat tot kracht moet gedijen. En dan Wie zou de toekomst vreezen? Ten slotte zij het ons vergund, voor wat betreft de komende viering van het honderdjarig bestaan van Kilacadmon, de wensch uit te spreken, dat elk garnizoen in dezen Archipel getuige zal mogen zijn van een in groote harmonie gevierd „Echt Academiefeest." P. A. COX. Kapitein van den generalen staf. 876

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 63