41. De taak van de verplegingsofficieren. Hunne verhouding tot de troepencommandanten en tot de intendance. 42. Hoe stelt men zich den dienst op de z. g. verstrekkingsplaatsen voor; hoeveel tijd is er gemoeid met de verstrekking op een verstrekkingsplaats b. v. ten behoeve van een troepeneenheid ter sterkte van een regiment infanterie? 43. Wanneer moet een verzamelplaats voor marschvaardige ge wonden worden aangewezen; aan welke eischen moet deze voldoen; waar moet zij worden gekozen in verband met de plaats van de hoofdverbandplaats? 44. De taak van onze luchtstrijdkrachten in verband met de grondslagen voor de verdediging. 45. Moeten wij voor wat de luchtmacht betreft den nadruk leggen op den verkennings- en waarnemingsdienst of op den jacht- vliegdienst? 46. Welke maatregelen kunnen nog worden getroffen ter vereen voudiging van den administratieven arbeid van compagnies commandanten, enz? 47. Voorbeelden voor het houden van oefeningen met z. g. kleine verbanden. 48. Ten slotte bestaat er bepaald een verlangen om te worden ingelicht omtrent de diensten van de troepen in de verschil lende buitengewesten. Beschrijvingen en besprekingen van belangrijke patrouilletochten, niet alleen in Atjeh maar ook in de andere buitengewesten. Zooals we zien, zijn er, ook al was de medewerking steeds bevredigend, nog tal van onderwerpen, welke om bespreking vragen. En hiermede aanvaarden we de redactie. 883

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 70