885 wijze van vuren, de opstelling, het doel, de stellingverandering en de aanvul ling van mitrs. bij verliezen). De verzorging van Het verbindingsplan" is iets dat bij onze oefe ningen een zeldzaam verschijnsel is. Daarom moge het artikel van den lsten luit. A. J. J. Adan ter lezing worden aanbevolen. Hij behandelt hierin de organisatie van de verbindingen en de berichtenwisseling en geeft aan, dat de uitgifte van het verb, plan tegelijk moet geschieden met het algemeen bevel, (zie ook het artikel van K. over verbindingsaangelegen heden in dit tijdschrift no. 7 en 8). Ter vergelijking met de ten onzent, bestaande inzichten moge pt. 16 van de Holl. gevechtshandleiding '26 worden, aangehaald. „Hoofdzaak blijft echter, dat de leiding der troepen, de berich tenwisseling en de bevelsoverbrenging ongestoord en vlot kunnen plaats vinden,, zoodat de hiervoor gestelde eischen niet mogen worden opgeofferd aan den. wensch van den commandant om zelf waar te nemen", (zie ook over dit onderwerp het vermelde op blz. 809 I.M.T.). „De batterry 6 veld bij het Regiment Infanterie" (door J. H. van Swinden Koopmans) bestemd als inf. geschut, en waarvan het personeel op rijwielen is uitgerustwaarmede alleen direct kan gevuurd worden welke een zeer bestreken baan heeft, terwijl de verplaatsing v/d stuk ken op het gevechtsveld „met handen" en met hulp van nabij gelegen inf. zal moeten geschieden, wil ons niet bepaald ideaal toeschijnen. Dat schr. ook heelemaal niet enthusiast is, blijkt wel uit zijn uitlating, dat hij een geheel ander inf. kanon wenscht. Schr. van „Een in Nederland Nieuwe Industrieacht de vestiging van de sedert 1923 te Rotterdam gevestigde HoIIandsche Industrie- en Handelsmaat schappij, welke zich met geschutconstructie bezig houdt een nationaal belang. „Nieuwe snufjes" door kapt. De Bas brengt ons eenige praktische wenken omtrent het schieten van de art., de telefoondiscipline en de wijziging van de hoekmeetinstrumenten. (thans verdeeld in 6400 °/00, welke opklimmen in de richting, waarin de wijzers van een uurwerk zich bewegen). Men werkt niet meer met kompasstanden doch met kaarthoeken. Met het oog op onzen dienst van aan- en afvoer verdient het vervolgartikel van den kapt. J. B. de Jongh (zie I. M. T. No. 7) de aandacht. Schr. behandelt de over gave op eindstations van de door den etappendienst aangevoerde goederen aan de organen der troepen. Besproken wordt het benoodigde aantal en de soorten eindstations, de eischen daaraan te stellen en den afstand dier stations achter de troepengebieden en de organisatie van de autotreinen. Schr. merkt op, dat het in elk opzicht aanbeveling verdient, alle aan- en afvoerwerkzaam- heden tusschen eindstation en aanvullingsplaatsen gedurende den nacht te doen geschieden met het oog op de vij. luchtwaarneming. Voor het geheele ver voer van eindstation naar aanvullingsplaats rekent schr. voor een divisiegroep 8 uur noodig te hebben, bij een afstand van 24 K. M. tusschen beide plaatsen en bij autovervoer bij nacht. „Legering" (vervolg) door Kapt. O. S. L. J. Schmidt, behandelt uitvoerig de voorbereiding van de legering, de taak van den hoofdkwartiermaker en de kwartiermakers, v/h bij hen ingedeeld verbindingspersoneel, de politietroepen en de wielrijders. Allen Weerbaar v. 20 Juli 1928. vermeldt een artikel nopens het ver- leenen van militairen bijstand. Belangstellenden raden wij aan, het in dit arti kel besproken voorschrift te toetsen aan de bij ons ter zake geldende begin selen betreffende de bevoegdheden der burgerlijke autoriteit, de bepalingen omtrent het gebruik maken van geweld, de vordering tot het verleenen van mil. bijstand enz. Betreffende den stand van het ontwapeningsvraagstuk (vervolg) con cludeert schr. dat „onvervuld zal stellig zeker wel blijven, waarop de Ned. delegatie heeft aangedrongen, teneinde zoo spoedig mogelijk te ge raken tot tastbare, reëele maatregelen van algemeene, gelijktijdige en over eenkomstige vermindering van het peil der bewapening." Wij doen er wel aan ons bij deze nuchtere oriënteering te houden. P.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 72