4. VOORWOORD VAN DE REDACTIE. In de veronderstelling verkeerende dat in de tweede helft van de maand October bij vele officieren het hoofd er niet naar zal staan om tactische wetenschap te verwerken, heeft de redactie gemeend, ditmaal een weinig inbreuk te mogen maken op het zuiver vakkundig karakter, dat het Indisch Militair Tijdschrift behoort te dragen en instede van aan tactische of militair technische vraag stukken, het Octobernummer grootendeels te mogen wijden aan herinneringen aan de Koninklijke Militaire Academie. De redactie verkeert in die veronderstelling omdat zij verwacht, dat de officieren-ex-Kilacadmonbewoners het te druk zullen hebben met het ophalen van oude herinneringen aan de K. M. A., aan het Kasteel van Breda, aan Jan van Polanen, aan Kilacadmon, aan da grijze muren, aan Henricus of hoe men anders het cadettenhuis placht of pleegt te betitelen en voorts dat de niet van de Koninklijke Militaire Academie afkomstige collega's mee feest zullen vieren en in ieder geval geen aandachtig gehoor zullen kunnen vinden voor het bespreken van tactische of andere militaire vraagstukken, staande buiten de K. M. A. Verrassend was de medewerking, enthousiasme zouden we bijna zeggen, toen de redactie aan verschillende oud-academie-bewoners, haar plan ontvouwde, om het Octobernummer, zooveel als doenlijk zou blijken, een Academie-nummer te doen zijn. Verrassend, vooral daarom, omdat door allerlei omstandigheden de tijd zeer krap was toegemeten en verder omdat de redactie, slechts hopend op een enkele bladzijde per medewerker, mocht ervaren dat het rijk der herinneringen geen enkelen medewerker toestond om zijn herin neringen in één bladzijde druks samen te vatten. Uit de bijdragen spreekt duidelijk dat veel herinneringen zijn bewaard gebleven en dat men zonder uitzondering de academie jaren met dankbaarheid herdenkt. Dit feit stemt ons hoopvol voor de komende feestdagen. De redactie vleit zich met de gedachte, dat zij mede een steentje heeft kunnen bijdragen tot het welslagen van de komende Jubi leumviering, dat zij erin geslaagd is om de lezers van het I. M. T. een korte wijle te doen voorgenieten bij het lezen van de hiervol- gende herinneringen. Groote erkentelijkheid en eerbiedige dank brengt de redactie aan Zijne Excellentie den Legercommandant, waar ook Zij zich dadelijk bereid verklaarde om als Cadet onder de lezers van het Indisch Militair Tijdschrift te vertoeven. Dank is de redactie verschuldigd aan de andere medewerkers, waaronder zij alle rangen tot de hoogste toe vertegenwoordigd mocht zien. 820

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 7