Eerst de Russisch-Japansche oorlog laat een toename van het aantal nachtgevechten zien; afgescheiden van nachtelijke opmarschen en gereedstellingen, welke de Japanners veel toepasten, en het zich bij duisternis onttrekken aan de beslissing, hetgeen de Russen veel te zien hebben gegeven, doch welke handelingen, als zijnde geen zuivere nachtgevechten, hier minder ter zake doen, zoo zien wij toch ook bij de Japanners een zekere voorliefde voor nachtelijke aanvallen aan den dag treden, zij het op beperkte schaal, rvan de meeste succes hebben gehad. i.i den wereldoorlog is een der bekendste voorbeelden uit den bewegingskrijg de nachtelijke onderneming tegen Luik. Ingezet als een nachtelijke opmarsch, eindigde zij als een nachtgevecht, waarbij evenwel slechts één der zes deelnemende brigades goed uitkwam. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat men in dit geval, wat betreft geoefendheid, nog wel niet te doen had met beroepssoldaten, doch dat hier toch vredeseffectieven waren ingezet en men dus niet het nadeel ondervond van pasopgekomen lichtingen, ongeoefende aan voerders, enz. Tegen Namen werd opgetreden met een terdege voor nachtelijke aanvallen geoefenden troep: toch bleek deze zich bij het aanbreken van den dag te hebben ingegraven met den rug naar het te nemen fort gekeerd. De nachtaanval van het Ve Duitsche Leger Z. van Verdun ken merkte zich door een onvoldoende voorbereiding: na bevolen te zijn, werd de onderneming afgelast, daarna weer doorgezet. Het eenige succes bestond dan ook in de zware verliezen der Franschen, geenszins in het bereiken der gestelde doelen. Een nachtaanval dei- Russen bij Frankenau mislukte, ondanks een geweldige overmacht, terwijl een nachtaanval van het 5e Duitsche Grenadierregiment bij Skowroda (10 Dec. 1914) met zware verliezen werd afgeslagen. Den volgenden morgen had een aanval op dezelfde Russische stel ing, na artillerievoorbereiding, met zeer matige verliezen succes. De stellingoorlog, waarin meer ruimte was voor nauwkeurige voorbereiding, geeft meer voorbeelden van nachtgevechten, waarbij evenwel in vele gevallen succes uitbleef. Tegen het einde van den wereldoorlog treden nachtelijke ondernemingen met beperkte doelen meer op den voorgrond. Wij kunnen uit bovenstaande voorbeelden de conclusie trekken, dat nimmer, met name niet tijdens den wereldoorlog, het nacht gevecht tot een bepaald systeem is verheven, terwijl bij geen dei- partijen een bepaalde voorliefde voor dit optreden aan den dag komt. Evenwel mag niet uit het oog worden verloren, dat de voor ziening aan oorlogstuig toenmaals nog niet zulke groote verschillen vertoonde, als dat na het verdrag van Versailles het geval is ge worden. M. a. w. men had toen nog aan beide zijden de keuze, of bij duisternis de hulpmiddelen van den vijand zooveel mogelijk te veronzijdigen, of den dag te gebruiken en eigen machtige hulp- 910

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 18