De heer van A. eindigt met de verklaring, dat het overzicht hem in hoofdzaak in de pen werd gegeven door het feit, dat men meermalen stemmen hoort, die adviseeren tot spoedige opheffing van het instituut, terwijl men meestentijds het antwoord schuldig blijft op de vraag „Wat dan?". Wat dan? In het betoog van den heer v. A. is evenwel aanvulling uit Nederland buiten beschouwing gebleven. In de eerste plaats heb ben wij daarbij op het oog de aanbevolen militairen, welke bij de Koloniale Reserve te Nijmegen worden aangenomen en dan onze Jannen, waarover wij het beneden ook nog even zullen hebben. Het instituut voor aanbevolen militairen is het vorige jaar ook bij de Koloniale Reserve in eenigszins gewijzigden vorm weer ingesteld. De aanbevolen militairen worden daar nu afgericht tot soldaat en verder opgeleid tot brigadier-titulair, in welken rang zij na een jaar naar Indië kunnen vertrekken. Bij aankomst in Indië worden zij direct bij den troep ingedeeld, om vervolgens als bri gadier naar de Kaderschool te gaan voor de verdere opleiding tot sergeant. In 1927 werden bij de Koloniale Reserve te Nijmegen ruim 130 jongelieden als aanbevolen militair der infanterie aangenomen. In 1928 mochten er helaas slechts 15 per kwartaal worden toegelaten. Wij zeggen helaas, omdat nog steeds het aanbod de vraag verre overtreft - voor de laatste 20 plaatsen voor 1928 waren ruim 100 reflectanten, hier dus overtrof het aanbod meer dan 5 maal de vraag terwijl het gehalte werkelijk voortreffelijk ge noemd mag worden. De eerste brigadiers-titulair afkomstig van de Koloniale-Reserve zijn reeds eenigen tijd in Indië en het was ons aangenaam van de betrokken compagniescommandanten te mogen vernemen, dat zij goed voldeden. Verwonderen doet ons dit nietwaar goede bibit is, ontkiemen de planten vanzelf voorspoedig. De school ontwikkeling, welke van hen bij aanneming wordt geëischt, staat minstens gelijk met die van iemand der 2e klasse M. U. L. O., terwijl een strenge selectie, zoowel op physiek, (l) als op ver- 925 Het mag hier wel worden gereleveerd als een bewijs voor de goede physieke eigenschappen en de volharding der Hollandsche aanbevolen militairen, dat ruim een vijftigtal hunner op schitterende wijze met volle bepakking en in een bijna tropische hitte aan de eischen der laatste internationale 4-daag- sche afstandsmarschen heeft voldaan. De eerste 3 dagen werd de afstand van 40 K.M. per dag, afgelegd binnen de 8 uren, de laatsten dag kwam het de tachement aanbevolen militairen, met een rust van nauwelijks 10 minuten over het geheele traject, evenals de vorige dagen als nummer 2 binnen, na de Noren, en thans in 7 uren tijds, in een conditie, welke bij de aanwezige officieren van vreemde naties en de hoogere legerautoriteiten van het Nederlandsche leger niets dan bewondering afdwong. En dat na een diensttijd van hoogstens 8 maanden. Moeten er van zulke jongens slechts 5 per kwartaal worden aan genomen, terwijl zij zich bij tientallen aanmelden?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 33