6. BELANGRIJKE ARTILLERIE-OEFENINGEN IN NEDERLAND. Oud-model zwaar geschut te velde zeer bruikbaar. De kapitein W. G. de Bas schrijft ons In de week van 20 tot en met 25 Aug. worden in de omgeving van Breda belangrijke artillerie-oefeningen gehouden door het Eerste Regiment Onbereden Artillerie uit Gorinchem onder leiding van den regimentscommandant luitenant-kolonel M. Irish Stephen son. Bij de reorganisatie van de voormalige vesting-artillerie op 15 December van het vorige jaar werden de regimenten der onbereden artillerie ingedeeld bij het veldleger. De zware kanon nen, die als oud-model geschut in de bewapening bleven en welker mondingen vroeger grimmig over de groene vestingwallen gluurden, werden toen mobiel gemaakt. Zij werden bestemd, om in oorlogstijd de regimenten der z. g. „legerartillerie" te vormen, alsmede enkele regimenten der artilleriereserve. Met het geschut moesten echter tevens ook de bedieningen het veld in worden gezonden en niet langer vastkleven op de wallen der verouderde vestingwerken. Ook de houten vloertjes (beddingen) waarop het geschut stond, konden niet worden achtergelaten die moesten te velde dus op beddingwagens worden medegevoerd. De z. g. tactische eenheid van deze artillerieorganisatie vormt de „afdeeling". Een afdeeling bestaat uit een staf, batterijen, ieder van 4 stukken en een munitiecolonne van 34 voertuigen. De sterkte bedraagt 337 man, 157 paarden, 59 voertuigen en 115 rijwielen. Onder die 337 man bevinden zich 21 officieren, voor het meerendeel reserve-officieren. De 59 voertuigen zijn bespan nen met gevorderde paarden van zwaar slageen veertigtal dezer voertuigen zijn gerequireerd. Wanneer men bedenkt, dat een regiment onbereden artillerie in oorlogstijd twee regimenten legerartillerie en vier regimenten artillerie-reserve vormt, kan men, door vermenigvuldiging van vorenstaande getallen met 18 en vermeerdering dezer producten bovendien nog met de sterkten van 6 regimentsstaven a 92 man, 10 paarden, 5 voertuigen en 77 rijwielen, zich een begrip vormen, wat in geval van mobilisatie bij oprichting van dergelijke regimenten komt kijken, en boven dien van hetgeen nog aan personeel bij mobilisatie ontbreekt! De lengte van de marschcolonne van zoo'n afdeeling bedraagt ongeveer een kilometer, d.w.z. dat het een kwartier duurt, vóór dat voorbij is gemarcheerd. Na de laatste oorlogservaring is men ook in ons land er toe overgegaan het nog bruikbare, niet moder- 943

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 51