951
ring der raadsels zijn daaraan nog een aantal notities van lexicografische!!
aard toegevoegd. Waar evenals spreekwoorden, sprookjes, fabels, en meer
dergelijke uitingen van den volksgeest ook de raadsels van een volk tot de
beproefde hulpmiddelen voor de kennis van zijn taal, zijn doen en zijn den
ken behooren, zal de bijdrage naar we vermoeden niet geheel onwelkom zijn
aan hen die zich met het Atjehsch bezighouden.
Voorts bevat deze uitgave een verhandeling „Schedels van Schouten-eiland
van de hand van Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan en een beschrijving van het
„Tanimbareesche huis" door P. Drabbe.
9. ORGAAN N.I.O.V. AUGUSTUS-NUMMER EN SEPTEMBER
NUMMER 1928.
Het Augustusnummer bevat, behalve vereenigingsnieuws, het gebruikelijke
persoverzicht en het volksraadoverzicht betreffende de behandeling van de
oorlogsbegrooting voor het dienstjaar 1929, o.m. de volgende bijdragen.
„De herinneringsmedailles der expedities van het Nederlandsch-Indische le
ger", waarin de oud-officier van gezondheid 1ste kl. L.D.W.F. Bax, naar
aanleiding van het feit dat onlangs wederom een gesp is ingesteld voor hen
die deel genomen hebben aan de krijgsbedrijven in de afdeeling Westkust van
Atjeh, in 1925-1927, nog eens de verschillende medailles en eereteekenen voor
expedities in Nederlandsch-Indië uitgereikt in herinnering brengt.
De bijdrage: Mijne oorlogsindrukken" door kolonel Lebaud, wordt vervolgd.
J. C. A. Bannink geeft onder het opschrift „Moskou en Indië" een gedeelte
lijke vertaling van een artikel „La correspondence Internationale" van 23^ No
vember, dat de ideeën weergeeft van het „Ekki", het Excecutief comité van
de communistische internationale (Komintern), afgedrukt in het pas verschenen
boek van den heer J.Th. Petrus Blumberger: „De communistische beweging
in Nederlandsch-Indië"Dit boekwerk wordt verder gedeeltelijk besproken,
terwijl ten slotte melding wordt gemaakt van de onlangs ter kennis van het
leger in Nederland gebrachte Regelen voor het verleenen van militairen bij
stand.
Uit het Septembernummer mogen de volgende bijdragen worden genoemd.
De vertaling van de oorlogsindrukken van den kolonel Lebaud wordt ver
volgd. Van de hand van den kapitein P. A. Bange treffen we aan een opstel
getiteld
„Een dorpsgevecht"waarin we een korte beschouwing, toegelicht door een
paar schetsen vinden van het gevecht in het dorp Neuville-Vitasse. (October 1914).
Kapitein Koremans geeft een korte bespreking van een artikel gewijd aan
het gebruik van chemische strijdmiddelen bij een landing, voorkomende in het
Amerikaansche tijdschrift „Chemical Warfare". Jammer is het dat de schrijver
niet aangeeft waar dit tijdschrift te raadplegen is en nalaat het nummer te
vermelden.
Bijzondere vermelding verdient wel een bijdrage van een oud-leerling H.
C. Deze bijdrage wijdt een korte bespreking aan de opheffing van den H. C.
Het is n. o.m. een gelukkige gedachte van den schrijver geweest om aan
dit gebeuren eenige aandacht te schenken. Immers de H. C. is van groote be-
teekenis geweest voor de aanvulling van het officierskorps. Na kort de ge
schiedenis te hebben gereleveerd en een opsomming te hebben gegeven van
de ex-leerlingen van den H. C., die hun leven lieten op het veld van eer, wordt
de definitieve sluiting besproken. Voor het vaandel is een eereplaats ingeruimd
in het artillerie-museum „het kasteel Doorwerth".
De heer Altena schrijft over het eeuwfeest der Koninklijke Militaire Aca
demie te Magelang en geeft daarin het programma van de te houden feeste
lijkheden. Uit het gedenkboek der K. M. A., uitgegeven bij het 75-jarig bestaan