955 den hulpleidersdienst wordt opgemerkt, dat minstens 3 hulpleiders per bataljon in bedekt en doorsneden terrein noodig zijn. „Au sujet de la liaison de l'infanterie avec l'artilleri e" door major Dubois wordt vervolgd (zie 1. M. T„ '28 blz. 891). Behandeld wordt „la laison technique et matérièlle"; daarbij gaat schr. na, hoe deze in de practijk kan worden verwezenlijkt bij den aanval. Hel vraagstuk stelt schr. zich aldus voor „Appliquer sur l'objectif désigné par l'infanterie dans un délai restreint après la demande le maximum de puis sance des feux d'artillerie, tel est le but de la liaison des deux armes". Daarbij heeft de inf. 3 vragen te beantwoorden, nl. aangifte van het doel waarop gevuurd moet worden, aangifte van de juiste plaats van de infie. overbrenging van het verzoek om vuur. Schr. klaagt, dat „dans les exer- cices du temps de paix cette difficulté n'est pas même soulevée. II suffit de dire au directeur de l'exercice qu'on demande l'appui du feu de l'artil- lerie pour avoir l'autorisation de eontinuer la progression momentanément arrêtée", terwijl in werkelijkheid „la seule recherche de l'objectief exige généralement un temps tres long". Ook bij ons wordt aan deze zeer belangrijke kwestie al bijzonder weinig aandacht en tijd geschonken. Teji slotte vestigt schr. de aandacht op de onhandige inrichting van de kaarten met vierkantverdeeling, waarbij het opzoeken van de coördinaten van een punt telkens noodzaakt, de geheele kaart te ontvouwen, omdat de num mering slechts aan de kanten is aangegeven,. Tout comme chez nous zouden we zeggen. Lieut. Ernest Naef geeft gegevens van „L'aviation militaire en Tchéco- slovaquie". Ter vergelijking met ons, zij het volgende vermeld. Van de 25 escadrilles waaruit de luchtmacht bestaat, zijn er 10 esc. jagers, 12 esc. verk. vliegtn. en 3 esc. bomb, vliegtn., 1 esc. jagers telt 15 vliegtuigen; eveneens 1 esc. verkenners. 1 esc. bomb,, vliegtuigen telt 12 vliegtn. Opleidingscursus der waarnemers, 6 maanden. De eenzitsjagers hebben een snelheid van 280 K.M. per uur en stijgen in 9 min,, naar 5000 M. In de rubriek „Chronique F r a n q a i s e" handelende over „Le dressage de l'infanterie" trof ons de volgende zinsnede: „Nos règlements soutiennent, encore que l'infanterie agit par son feu et par son mouvement, ce n'est plus vrai, si même ce fut jamais vrai. Le feu seul de l'infanterie est efficace". Deze nieuwe orienteering van de factoren vuur en beweging, welke zooais bekend mag worden verondersteld, de beginselen zijn uit het nieuwe fransche reglement, moge eventueele lezers van dit overzicht ter overdenking worden aanbevolen in verband met onze omstandigheden. Allgemeine Schweizerische Militarzeitung No. (7 Juli 28). Hauptmann Gusta'v Daniker bepleit in „Zur K a m p f w e i s e des Infante rie z u g e s" (zie ook I. M. T. '28 blz. 740) om bij de opleiding van de inf. sectie voor den aanval, ook aandacht te besteden aan de bestrijding van het op de sectie afgegeven flankeerend automatisch vuur van den verdediger (zijnde dit het vuur dat het terreinwinnen van de sectie het meest kan belemmeren). Hiervoor wil hij de l. mitr. bestemmen, waarbij de doelen in front in hoofdz. door de zw. mitr. moeten worden bestreden. Schr. meent te moeten waarschuwen voor een te starre scheiding tus- schen vuur en beweging, welke organisatorisch tot uiting is gekomen in de aanduiding van de 1. mitr. groepen als vuurgroepen en de geweergroepeu als stootgroepen en welke van de vóóronderstelling uitgaat, dat men alles nauwkeurig van den vijand weet, Schr. merkt op, dat wie de literatuur daaromtrent scherp bestudeerd heeft tot de conclusie moet zijn gekomen, dat men zich met deze scherpe scheiding tusschen stoot- en vuurgroepen „festgefahren hat". Schr. wil iedere groep v. d. inf. sectie met een 1. mitr. bewapenen, waardoor de antithese stootgroep-vuurgroep zal verdwijnen, en iedere groep vuurgroep is, wanneer de toestand dit eischt en stootgroep, wanneer zij vooruit kan komen. Van het schieten in beweging wordt gezegd: „Das Schieszen in der Bewegung ist in erster Linie von psychologischen Seite aus zu werten. Treffen laszt sich dabei nicht viel. Aber Mut anschies-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 63