956 zen kann sich die Stürmende. Das Schieszen in diesem Moment hat eine ahnliche Wirkung wie das Hurra-rufen". „Die Aufgaben des Gaskampfes" (oberlieut. W. Volkart) legt den nadruk op de hooge moreele inwerking van dit wapen, wanneer de troep niet over gasafweermiddelen beschikt. Van de toepassingen in den bewegingsoorlog noemt schr. in de eerste plaats het uitschakelen van de art. en de aut. wapens van den tegenstander. Verdere toepassingen zijn: het overschrijden van een bepaalde strook onmogelijk maken, flankbevei liging door beschieting van wegenknooppunten, woonplaatsen en begroeide terreinen. Bij voorkeur geschiedt dit met mosterdgas. In de rubriek „T agesfragen" troffen ons enkele onderwerpen, welke in de Zwitsersche officiersvereeniging, in de vergadering van Juni '28 werden besproken. Wij noemen hier de bestrijding der antimilitaire propaganda en die van de theorie van de onmacht van het leger tegen de moderne strijd middelen, in het bijzonder tegen gas en vliegtuigen. Met het oog op de beperkte ruimte moeten wij den belangstellenden lezer naar het art. zelt verwijzen en volstaan wij, wat betreft de vliegtuigen, met deze aanhaling: „nicht auch die Flinte ins Korn werfen, weil die Luftwaffe ungentigend ist, sondern umgekehrt die Luftabwehr ausbauen, damit die Flinte nicht ganz ohnmachtig wird; das musz das Ziel sein",. In onze gedachten passeeren de revue: de bewapening en uitrusting van onze vliegtuigen, de organi satie en de richtlijnen voor het gebruik daarvan, de luchtafweer en gas- afweer. Allemaal wenschen die nog in vervulling moeten treden. Wat eerstgenoemd onderwerp betreft, een open arbeidsveld voor de N. I. O,. V. als variatie op het thema der beoordeeiings-, pensioen-, wed. en weezen-, promotie- en dergelijke direct materieele belangenvraagstukken; overigens onderwerpen welke de L. K. V. eventueel zou kunnen entaineeren. Schweizerische Monatschrift ïür Offiziere aller Waffen. Juli '28. „U m die I n f a n t e r i e-B e g 1 e i t w a f f e" (von Gustav Daniker) geschreven naar aanleiding van een art. van Oberst Dr. Bauer over het kalibervraagstuk van die wapens (zie 1. M. T. blz. 470) behandelt achtereenvolgens de wapens voor afweer tegen tanks, vliegtuigen en voor bestrijding der overige doelen. Schr. komt tot de conclusie, dat voor tankafweer een wapen van groot (3,7 c.M.) kaliber vereischt is, terwijl voor luchtafweer een kleiner (13 m.M.) kaliber meer het aangewezen wapen is. Schr. waarschuwt tegen het steeds willen zoeken naar een compromiswapen voor alle mogelijke doeleinden. Naast deze wapens acht schr. noodig, krombaan inf. geschut van ongeveer 75 m.M. „Rundscha u" geeft de samenstelling van het gereorganiseerde Eng, inf. bataljon. Het bataljon zal bestaan uit een stafafdeeling, 3 geweercien en 1 mitr,. cie. De stafald. voert 4 anti-tankkanonnen en 2 luchtafweermitrs. mede. De geweercien hebben elk 8 1. mitrs. de mitr. cie. telt 12 zw. mitrs. Militar Wochenblatt no. 48(25 Juni '28). Het vervolgart. „Ausbil- dungsfragen" (Generalleut. v. Metzsch) (zie I. M. T. blz. 889) behandelt ditmaal de moderne cavalerie. Voor dit wapen wordt als eisch gesteld, dat het voorzien moet zijn van zware vuurwapens en daarbij toch zeer mobiel moet blijven, niet aan de groote wegen gebonden en goed geoefend moet zijn in de samenwer king" met het zusterwapen, het luchtwapen; verder moet zij in staat zijn, in haar verkenningsstrook door te dringen ondanks de aanwezigheid van vij. gepantserde motoren. De nadruk wordt er op gelegd, dat de moderne cavalerist vooral technisch moet worden opgeleid. General v. Taysen geeft in „Das neue franzözische Infan terie Reglement" een kort overzicht van den inhoud van dit nieuwe reglement. Wij volstaan met te verwijzen naar het I. M. T. blz. 660 en slechts schrijvers conclusies mede te deelen, welke luiden, dat het reglement zich baseert op de snelle opleiding van den man, in verband met den verkorten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 64