958 „A u s b i 1 d u n g s f r a g e n" wordt vervolgd (Gen. Leut. v. Metzsch) en wijst op de groote beteekenis van de lichamelijke opvoeding voor het leger. Militar Wochenblatt No. 7 (18 Aug. '28). Het „Entwurf einer neuen russischen Felddienst Ordnung" geeft kort den inhoud weer van dit nieuwe voorschrift, dat zeer sterk afwijkt van de moderne Eur. voor schriften door zijn schematisme als gevolg incompetente onderaanvoerders, waarvoor alles tot in de kleinste onderdeden moet worden geregeld. „M 11 i- tarische Luftwerbung im Au lande" (von Kirschner) betoogt de noodzakelijkheid om door luchtvaartdemonstraties de bevolking „air minded" te maken, en wijst op de groote propagandistische werking. Hoe thans ook door de beteekenis van het vliegtuig het begrip der heer schappij ter zee relatief is geworden zet de Fregattenkapitan Kiister uiteen in zijn art. getiteld „B e d e u t e t das Flugzeug das Ende des Schlacht- s c h i f f s In de rubriek „Aus der Werkstatt d e r T r u p p e" worden eenige opmerkingen over „Kritik" geplaatst, waarvan wij deze eene overnemen „Die höheren Vorgesetzten legen ihre Bemerkungen schriftlich fest und geben sie am Ende des Übungsperiode, ahnlich wie der Bemerkungen des Chefs der Heeres- leitung oder zusammen mit diesen an die Truppe heraus". Wij missen deze richtlijnen voor de opleiding van den troep voor het gevecht nog steeds in ons stelsel. Geen tijd? The Coast Artillery Journal. Augustus 1928. We mogen hier vermelden de interessante lezing van kapitein K. M. Locli, getiteld The Tactical Handling of A(nti) A(ircraft) Units in the Field, waarin het geheele vraagstuk omtrent de bestrijding van luchtstrijdkrachten wordt besproken. De ter beschikking staande middelen zijn 1. Het vliegtuig. 2. Geschut. 3. Hand- en automatische vuurwapens. 4. Zoeklichten met richtingzoekers op het geluid. Schrijver is van meening dat het middel om de vijandelijke vliegkampen aan te vallen wordt overschat, omdat men daardoor hoogstens een klein deel van de vijandelijke luchtstrijdkrachten kan treffen, de vijand beschikt toch over meerdere vliegbases. Met dergelijke aanvallen houdt men dus den vijand niet wg2. De te&verdedigen objecten dienen daadwerkelijk te worden beschermd. Hiervoor is in de eerste plaats noodig een goed waarschuwingssysteem. Zoolang de vijand slechts met enkele machines komt, zooals bij vooruitge schoven acties of bij nachtaanvallen, welke naar schrijver zegt, thans niet met groote formaties worden uitgevoerd, moet om belangrijke objecten door loopend met vliegtuigen worden gepatrouilleerd. Waarschuwing lang van te voren is dan niet noodig; de gewone samenwerking tusschen de luchtstrijd krachten ende antiluchtdoelwapens is dan voldoende. Tegen aanvallen overdag, die op grooter schaal plegen te worden uitgevoerd, dient met een groote luchtmacht te worden opgetreden. Een netwerk van waarnemers op 80 K.M. van het te beschermen object is dan noodig, zoodat de eigen vliegtuigen voldoenden tijd hebben om op tc stiigen Voor veldo-ebruik kan met het oog op de mobiliteit het antiluchtdoelgeschut geen zwaarder kaliber hebben van 7'/2 c.M. (3 inch). Voor verdedigingen vaste punten kan zwaarder geschut met succes worden gebezigd. Schrijver wenscht er zich niet in te verdiepen in hoeverre het geschut in staat is groote verliezen toe te brengen. Eenmaal in stelling kan het geschut gedurende enkele seconden vuur afgeven, waarbij nog wordt aangeteekend dat dit middel van luchtafweer het minst afhankelijk is van de hulp van anderen. Als het zicht minder goed is kan spervuur worden afgegeven, dat m de praktijk is gebleken goed te voldoen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 66