In beginsel dient ieder niet-Europeesch militair 8 jaar in de
Buitengewesten te dienen en wel in een zoo klein mogelijk aan
tal beurten, doch minstens 2. Gaat hij naar de kaderschool, na
dat de eerste „buitenbeurt" om is, dan wordt de zaak betrekkelijk
eenvoudig, immers veeslal zal het dan doenlijk zijn om de twee
de buitenbeurt geheel als sergeant 2de klasse te doen verrichten.
Indien evenwel aan de eerste „buitenbeurt" nog 2 jaar of
meer ontbreken, dan dienen die 2 jaar zoo spoedig doenlijk te
worden ingehaald en veelal zal het ook in dit geval mogelijk
blijken om de tweede buitenbeurt als sergeant te doen meemaken.
Zouden er echter minder dan 2 jaar aan het eerste verblijf „bui
ten" ontbreken, dan zal het zoo eenigszins mogelijk daar heen
zijn te leiden, dat het resteerend deel van de eerste „buitenbeurt"
wordt gekoppeld aan de tweede „buitenbeurt". Indien het verlof
wegens langdurigen dienst in den tijd „buiten" valt, dan zal,
indien nog 2 jaren of meer aan de „buitenbeurt" ontbreken, na
ommekomst van het verlof terugkeer naar de Buitengewesten
dienen te volgen.
In den eisch van minstens 2 jaar dienst in de Buitengewesten
om in aanmerking te kunnen komen voor benoeming tot niet-
Europeesch brigadier zal voorloopig geen verandering worden
gebracht.
Hetzelfde geldt voor den eisch voor de benoeming tot niet-
Europeesch sergeant 1ste klasse, waar een diensttijd in de Bui
tengewesten wordt gevorderd van minstens 3 jaar, van welken
eisch echter kan worden afgeweken, bijaldien de betrokkene als
instructeur bij de depotbataljons is geplaatst.
Bij de aanwijzing voor specialistische betrekkingen of voor
plaatsing bij andere onderdeelen op Java dan de veldbataljons,
zal ten aanzien van de korporaals als regel wel niet de hand
kunnen worden gehouden aan den voor mindere niet-Europeesche
militairen gestelden eisch, dat de eerst „buitenbeurt" achter den
rug moet zijn, hoewel voor dergelijke functies of plaatsingen de
voorkeur zal zijn te geven aan de niet-Europeesche korporaals,
die reeds in de Buitengewesten hebben gediend.
Voor de niet-Europeesche sergeanten 2de klasse, die voor
genoemde functies en plaatsingen in aanmerking worden gebracht
zal echter aan den eisch, in de Buitengewesten te hebben gediend,
wel de hand worden gehouden.
Evenals voor de niet-Europeesche minderen werd aangegeven,
zal ook het niet-Europeesch kader niet langer dan 4 jaar achter
een voor specialistische functies of bijzondere plaatsingen op Java
worden aangewezen (den duur van opleiding c. q. inbegrepen),
tenzij het te voren geruimen tijd langer dan normaal in de Buiten
gewesten zal hebben gediend.
Voor het Europeesche kader wordt de zaak nog veel moeilijker,
omdat immers een Europeesch militair eerst voor overplaatsing
972