naar de Buitengewesten in aanmerking kan komen op zijn vroegst, nadat hij is aangesteld tot brigadier-titulair. Uit gegevens ontleend aan het algemeen stamboek is gebleken, dat gemiddeld na een diensttijd van 6 jaar de rang van Europeesch brigadier-titulair wordt bereikt (dit geldt uitsluitend voor de brigadiers-titulair afkom stig uit den troep, dus niet voor de aanbevolen militairen). Zooals uit de hooger vermelde formatiecijfers voor het kader blijkt, dient het 11/19 gedeelte of 58 °/0 van het Europeesche kader op Java, zoodat het overblijvende 8/19 gedeelte of 42°/0van dat kader in de Buitengewesten is geplaatst. Aannemende nu dat de Indische diensttijd 20 jaar bedraagt, zou dus na aftrek van de juist genoemde 6 jaar, voorafgaande aan de benoeming tot brigadier- titulair, ongeveer 14 jaar in de verschillende kaderrangen in Indië dienen te worden doorgebracht. Van dien tijd zal 58 °/0 of 8 jaar op Java en 6 jaar in de Buitengewesten dienen te worden vertoefd. Waar nu het gros van het Europeesche kader als brigadier en sergeant dient, zal uiteraard ook het grootste deel van den in de Buitengewesten door te brengen tijd aldaar in deze rangen worden gediend, zoo dat ter beperking van de mutaties veilig als eisch mag worden gesteld, dat ieder Europeesch kaderlid een eerste „buitenbeurt" van 4 jaar in de rangen van brigadier en/of sergeant zal dienen mede te maken. Met deze eerste „buitenbeurt'' dient, ook in het belang van de betrokkenen, zoo spoedig mogelijk te worden begonnen. Voor een plaatsing als Europeesch brigadier in de Buitengewesten komen nu in de eerste plaats in aanmerking die brigadiers (titulair of effectief), die zich daarvoor vrijwillig op geven, na 1 jaar op Java in hun rang te hebben gediend en overigens die brigadiers, waarvan, zulks ter beoordeeling van den betrokken korpscommandant (c. q. ook aan de hand van het rapport van den directeur van de kaderschool), kan worden aan genomen, dat zij niet in aanmerking zullen komen voor opleiding tot sergeant; de overigen zullen normaal als sergeant naar de Buitengewesten worden overgeplaatst, uiterlijk nadat zij 1 jaar in dien rang (titulair en/of effectief) op Java hebben gediend, enkele uitzonderingen (bijv. sportonderwijzers, instructeurs bij de depot-bataljons) daargelaten. De Europeesche brigadiers en sergeanten zullen dan zoo eenigs- zins mogelijk 4 jaar achtereen in de Buitengewesten geplaatst blijven. Mocht deze termijn worden onderbroken nog voor ten minste 2 jaar aldaar is doorgebracht (bijv. wegens verlof wegens langdurigen dienst, ziekte e. d.) dan worden zij, nadat de reden voor die onderbreking heeft opgehouden te bestaan, zoo spoe dig doenlijk opnieuw bij de troepen buiten Java ingedeeld. Zouden er minder dan 2 jaren aan de eerste „buitenbeurt" ontbreken, dan zal zoo mogelijk de ontbrekende tijd worden gekoppeld aan de tweede „buitenbeurt", welke overigens normaal twee jaar zal duren. 973

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 17