niet meer wordt ingestemd, zoo men het er al ooit mee eens geweest is. De literatuur van den laatsten tijd wijst in een andere richting. Sprekende over de taak der luchtmacht dringt zich aanstonds een begrip naar voren, dat al het andere overheerscht, n. 1. overwicht, meesterschap in de lucht (air superiority). Wanneer we dit wat nader in beschouwing nemen, komen als vanzelf de overige objecten der luchtstrijdkrachten naar voren. We vinden hiervoor een welkome gids in het boek„Basic- principles of Air Warfare" met als ondertitel„The influence of air power on sea and land strategy" geschreven door „Squadron- Leader", waarvan we de lezing een ieder kunnen aanbevelen. De schrijver toont, niet met „luchtmachtswaan" behept te zijn, doch een open oog te hebben voor de mogelijkheden van een luchtmacht in nauwe samenwerking met zee- en landmacht. Een zeer interessant boek, waarvan het alleen jammer is dat het minder overzichtelijk is en de schrijver nogal eens in herhaling vervalt. Op blz. 10 zegt de schrijver aangaande de taak der luchtmacht „Het verslaan van de vijandelijke luchtstrijdkrachten om air superiority te verkrijgen en het kiezen hiertoe van de methode en de taktiek, welke op de vlugste en zekerste wijze daarheen leiden, is het eerste doel in een luchtoorlog. De vernietiging van de vijandelijke luchtmacht, in de lucht en op haar bases, is de beste methode om dat te bereiken. Hieraan moeten alle andere operaties ondergeschikt zijn, totdat tenminste overwicht verkregen is". Op blz. 11 e. v. behandelt hij het begrip „air superiority" en wat daarmee samenhangt, waarvan wij het ondervolgende gedeel telijk citeeren, gedeeltelijk verkort weergeven: Air superiority is „A state of moral and material superiority over the enemy, which prevents him from seriously interfering with hostile air operations, and at the same time denies him the successful employment of his own air forces". Het begrip „command of the air" is in zekeren zin analoog met „command of the sea". In geen van beide gevallen zal het absoluut zijn. Het meest bereikbare op zee is normaal het openhouden van de communicatielijnen voor eigen gebruik. Hetzelfde geldt ongeveer voor de lucht. Men kan van „air superiority" spreken, wanneer men betrekkelijk vrij en veilig de voor de eigen operaties benoodigde luchtroutes kan gebruiken, en tevens den vijand dit kan beletten voor wat betreft zijn benoodigde lijnen. Zooals reeds werd opgemerkt is overwicht in de lucht nooit absoluut. Men zal niet kunnen voorkomen dat er sporadische aan vallen plaats vinden op punten, gelegen in de actieradius van de vijandelijke luchtmacht. Men kan dus, bij verkregen meesterschap in de lucht, niet zeggen dat de vijand niets kan doen, doch wel, dat hij niet ernstig kan ingrijpen in onze operaties en tevens dat hij eigen opdrachten niet, of alleen met groot risico, kan uitvoeren, 980

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 24