terwijl zijn vitale punten niet gevrijwaard kunnen worden tegen
onze luchtaanvallen.
Air superiority is niet alleen een esse n-
tieele voorwaarde voor luchtoperaties op
groote schaal, maar evenzeer tot het ver
zekeren van succes bij land- of zeeopeia-
t i e s, w a a r b ij luchtstrijdkrachten z ij n be
trokken.*)
Directly or indirectly, the object of air warfare must, in the
first instance, always be the securing of air superiority and the
subsequent maintenance of that superiority
Meesterschap in de lucht kan alleen verkregen woiden ƒ1001
vechten, door een onafgebroken en taai volgehouden offensiei op
treden. Tracht de vijand het luchtgevecht te ontwijken dan moet
hij ertoe gedwongen worden door bombardement van luchtbases
en andere vitale militaire doelen. Een sporadische aanval §ee^
hoogstens een zeer tijdelijk resultaat. Daarom is een aanhoudenc
offensief noodig, wil men een durend effect verkrijgen. Ook indi
recte methodes kunnen hierbij toegepast worden, b. v. bombaideeien
van centra van productie. Dit hangt af van omstandigheden, mili
taire situatie, kwetsbaarheid der doelen, enz.
Als voordeelen van air superiority worden genoemd: De bevel
hebber verkrijgt een groote vrijheid van handelen, aangezien de
bewegingen van eigen strijdkrachten bedekt blijven vooi den vijand,
terwijl hij daarentegen op de hoogte gehouden wordt van vijande
lijke manoeuvres. Luchtaanvallen op havens en schepen kunnen
belangrijken hinder veroorzaken voor aanvoer van levensmid
delen, ammunitie, enz. Vijandelijke marineluchtstrijdkrachten kun
nen door voortdurende luchtaanvallen gedwongen worden de
beschutting van havens te verlaten om hetzij een gevecht aan te
gaan of een nadee'iige strategische positie in te nemen. Vijan
delijke troepen kunnen zoo voortdurend in hun noodzakelijke lust
belemmerd worden, dat zij voor het gevecht niet over de noodige
„fitness" beschikken. Het verkeer, zoowel tijdens de concentiatie
vóór het gevecht als achter de linies, kan zoodanig woiden gehin
derd, dat de gevechtswaarde der troepen sterk vermindert. Vei der
kan de bedreiging van luchtaanvallen den vijand verplichten om
een onevenredig groot deel aan troepen, artilleiie en luchtsti ijc>-
krachten te bestemmen voor verdediging van kwetsbare punten,
waardoor deze aan actieve operaties onttrokken worden.
Tenslotte geeft de schrijver een paar voorbeelden. In Palestina
volgens een rapport van den Commandei-in-Chief, Expedi
tionary Force, was de toestand op een gegeven moment aldus:
„Gedurende den geheelen zomer zijn de vijandelijke luchtstrijd
krachten doorloopend ver in de minderheid geweest. Ons over-
981
Spatieering van mij. R.