"temporary superiority in the air. Unless this is done, not only aie
the machines prevented from accomplishing their othei duties, but
the enemy's machines are able to co-operate with his infantry and
artillery and to harass the attacking troops without interference".
Tot'zoover wat dit boek betreft, hoewel het verleidelijk is om
er nog meer uit over te nemen. Doch wij meenen hiermede re
kunnen volstaan, daar het in hoofdzaak weergeeft niet alleen de
meening van den schrijver zelf, doch ook wat daaromtrent doot
verschillende andere auteurs in den laatsten tijd wordt verkondigd.
Het verkrijgen van overwicht in de lucht is dus de primaire taak
van het luchtwapen. Om dat te kunnen bereiken is vechten en nog
eens vechten noodig. (iVlen zou zich kunnen voorstellen dat de eene
partij een zoodanige overmacht in aantal, kwaliteit en uitrusting
van vliegtuigen bezit boven de andere, dat de bloote verschijning
daarvan reeds voldoende is om dat overwicht te verzekeren en de
andere partij niets beters te doen heeft dan te zorgen uit de buuit
te blijven. Doch met recht mag men een dergelijke toestand
abnormaal heeten, wijl dit er op zou wijzen dat die „andere partij'
haar weermacht in dit opzicht schromelijk verwaarloosd had). Wij
hebben wel eens de verwachting hooren uitspreken dat bij een
eventueel conflict in Nederlandsch-Indië de vliegdiensten der beide
machten, bestemd zijnde om ten directen behoeve van die machten
op te treden (dus geen „striking force"), het luchtgevecht zullen
ontwijken, wijl daarvan voor hen geen nut te verwachten is, om
al hun zorg aan dë verkenning en waarneming en samenwerking
met de grondstrijdkrachten te besteden. Nu daarlatende dat wij
op 't oogenblik tot weinig anders in staat zijn, moet toch die
stelling als beslist onjuist verworpen worden. Zij steunt op geen
enkel "gegeven. Integendeel wijst zoowel de praktijk gedurende
den wereldoorlog als de literatuur daarna in precies tegenover
gestelde richting.
Zoo goed als een troepencommandant op de hoogte van de
bewegingen van den vijand wenscht te komen, verlangt hij ook de
eigen voornemens te verbergen voor dien vijand. Ergo zal hij
vijandelijke verkenning trachten te beletten met alle hem ten
dienste staande middelen. Het voornaamste middel om vijandelijke
luchtverkenning te verhinderen is deze verjagen, dus aanvallen.
Doch waar er den vijand even goed veel aan gelegen is om door
te gaan met zijn verkenning zal hij zich verweren tegen dien aanval
en de luchtstrijd is in vollen gang.
Het is eenvoudig ondenkbaar dat de luchtstrijdkrachten van twee
vijandelijke legers elkander kalm hun gang zouden laten gaan,
dat de een den ander niet zou trachten te beletten om zijn opdracht
te volbrengen. Dat zou men kunnen wenschen en het zou inderdaad
ook een erg gemakkelijke oplossing zijn van het vraagstuk, doch
men heeft nu eenmaar met de werkelijkheid rekening te houden
en niet met een utopie.
983