van de onderdeelen der organisatie. (Over de gewenschte totale sterkte zwijgen we, maar wel willen we waarschuwen voor het behandelen van de beroemde 6 vliegtuigafdeelingen-organisatie. Als wij het steeds maar hebben over 6 afdeelingen dan gaat „men" langzamerhand denken dat dit het ideaal, het summum is. Terwijl het nota bene bedoeld was als begin, als minimum. Dat we het thans nog moeten doen met het halve minimum is overigens niet eens meer origineel). Wat dan de verhouding betreft zooals wij die zouden wenschen, moeten we de vroegere gedachte van: verkenning is no. 1, geheel loslaten. De verhouding moet in de eerste plaats berekend zijn naar de belangrijkheid van de taak van elk onderdeel. En dan is 50 aan jagers en 25 aan bommenwerpers naar onze meening een daaraan beantwoordende minimum eisch. Deze getallen mogen op 't eerste gezicht wat vreemd schijnen ('t is inderdaad een heel verschil met de hier tot dusver geldende opvattingen), men moet niet vergeten dat tenslotte elk toestel voor verkenning, en ten deele ook als attackvfiegtuig gebruikt kan worden, wat niet gezegd kan worden ten opzichte van het jagen, het luchtgevecht. Boven dien kunnen zeer wel verouderde toestellen voor nabij-verkenning, verbindingsopdrachten en artilleriewaarneming gebruikt worden, daar voor deze opdrachten snelheid en hooge vliegeigenschappen geenszins op den voorgrond staan. Heeft men overwicht in de lucht dan is met weinig en minder geschikt materiaal meer resultaat te bereiken dan men met de mooiste en beste verkenningsorgani satie ooit zal boeken, wanneer de vijand daarbij vrij spel heeft. En waar we niet alles kunnen verkrijgen moeten wij datgene heb ben wat het eerst en meest noodig is. Nog willen we waarschuwen tegen de zucht om een bepaald type vliegtuig in te willen richten voor zooveel mogelijk doeleinden. In een „Leader" in The Aeroplane, 6 Juni 1928, No. 23, zegt de bekende Engelsche luchtvaartjournalist Grey hierover: „If we are going to use a particulair class of machine for a particular class of job, let us equip it for that job instead of loading it down with a heap of fittings which we intend for some other job. Nobody expects a gun-limber to be an ammunition waggon and a general- service waggon and an ambulance waggon all at once". Normaal is een vliegtuig ontworpen voor één bepaalde taak. Kan het daar naast, zonder aan zijn eigenschappen voor die taak wat af te doen, ook nog voor wat anders gebruikt worden, zooveel te beter. We kunnen ons niet de luxe veroorloven om voor alles volledig uit gerust te zijn. Doch wanneer men toestellen aanschaft voor een zeker doel, dan moeten ze niet omgebouwd worden voor ook nog andere opdrachten, zoodanig dat de waarde voor het oorspron kelijke gebruik achteruit gaat. Tenslotte is het dan voor alles een beetje bruikbaar, doch voor niets goed. En juist dit laatste 986

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 30