wij beschouwen dat vechten als een noodzakelijk kwaad, doch een kwaad, waaraan nu eenmaal niet te ontkomen valt; al wil len we zelf niet vechten, zoo zal de vijand er ons toe dwingen, anders komen we met leege handen thuis Trouwens het geheele begrip „verkennen" sluit iets offensiefs in zich we moeten gaan kijken wat er is en het beroemde of beruchte „zien, zonder zelf gezien te worden" is zoo'n enorm kansspelletje, dat we maar beter doen daarop niet te rekenen. Nu hebben we het groote nadeel, dat iedere organisatie, die wij voor ons Indisch leger kunnen formeeren, natuurlijk zwak iszeer zeker, dat is een be roerd feit, maar zou de vijand zich daar iets van aantrekken zou hij zeggen „zwakkerd, kom nu maar eens rustig bij mij kijken". En verkeert nu ons geheele leger niet in dezelfde na- deelige omstandigheidis onze artillerie niet zwak, zijn onze infanterie-eenheden niet zwakzijn onze divisies niet zwak en zeggen we nu ook maar, gaat a. j. b. niet vechten Neen, god dank is dat anders en zit er bij de geheele opleiding van ons leger een zeer offensieve geest en wordt alles gedaan om door een aanval de beslissing te krijgen. Maar waarom moet de cava lerie nu juist precies andersom geoefend worden, waarom moeten wij steeds in onze schulp kruipen, waarom moeten wij het den vijand gemakkelijk maken, waarom mogen wij geen succes be vechten Omdat vechten verliezen meebrengt, omdat aanvulling voor ons zoo moeilijk is maar is het dan bij de andere wapens niet precies hetzelfde? Waar moeten die op Java hun aanvulling vandaan halen Wij beweren dan ook, dat onze verkennings-afdeelingen op dusdanige wijze moeten georgani seerd zijn, dat ze, evenals overal elders ter wereld, in staat zijn om zich door een gevecht de noodige gegevens te verschaf fen. Dat gevecht mag dan alleen gevoerd worden, indien op andere wijze de opdracht niet kan worden uitgevoerd of indien er geen tijd meer beschikbaar is om het op andere wijze te doen. Het moet, evenals overal ter wereld thans met het cava- leriegevecht het geval is, op omzichtige en voorzichtige wijze gevoerd worden het kan van offensieven of defensieven aard zijn. We moeten ook niet vergeten, dat het niet vechten van ver- kenningsafdeelingen en dus het altijd maar uitwijken met zich medebrengt een steeds weer terugrijden en daarna omrijden, dat dit rijden steeds hard moet zijn en dat dit dus, behalve een groot tijdverlies, ons zware marschverliezen zal berokkenen met de groote kans, dat we tenslotte veel te laat zijn en dat we toch nog ge dwongen worden een gevecht aan te gaan. Op bladz. 929 van het reeds meergenoemde artikel ontwikkelt de schrijver C'. zijn ideeën over de wijze, waarop naar zijn meening een eventueele strijd op Java zich gedurende den eersten tijd zal ontwikkelen. Nu zal het door hem besproken geval zich ook o. i. zeer zeker 1001

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 47