5. MEDEDEELING BETREFFENDE HULDEBLIJK K M A. Van de commissie huldeblijk K. M. A. werd bijgaand schrijven ontvangen. Commissie huldeblijk K. M. A. Breda, 13 October 1928. Binnen enkele dagen zal de stad Breda van heinde en ver de reünisten voor het honderdjarig bestaan der K. M. A. binnen haar singels huisvesten. Zij allen komen om het eeuwfeest der Aca demie mede te vieren en een der eerste feestelijkheden zal be staan in het aanbieden van het huldeblijk van officieren en oud- officieren van het leger in Nederland en in Nederlandsch-Indië. Hoe velen hebben uit Indië hun bijdragen gezonden. Wij hebben vermeend, op geen beter wijze uiting te kunnen geven aan onze gevoelens van dankbaarheid, dan door aan den luitenant Gene raal b. d. W. Boetje te verzoeken, het monument te willen ont hullen. Wij hebben het zeer op prijs gesteld, dat wij op ons verzoek een toestemmend antwoord mochten ontvangen. Uit den aard der zaak konden wij slechts die leden van eere comité en commissie tot bijwoning der feestelijkheden uitnoodigen, welke in Nederland verblijf hielden. Wij zijn de leden van het eere-comité en commissie die, in Indië verblijf houdend, ons in onze taak op zoo uitnemende wijze steunden zeer dankbaar en voelen ons gedrongen, U reeds voor den aanvang der feesten schriftelijk onze erkentelijkheid te betoonen. Wij voegen hierbij eene afbeelding van het monument, hopend dat U deze fotografie zult willen aanvaarden als eene blijvende herinnering aan deze gebeurtenis. De Generaal Majoor Voorzitter der Commissie C.A. PRINS. 1013

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 61