1015 oogenblik bezworen en aldus de politieke atmosfeer tijdelijk ontspannen, doch de dieper liggende oorzaken zijn toen niet weggenomen, zijn integendeel naar de meening der commissie onveranderd blijven bestaan. 7. De verplichtingen van Indië, deel uitmakende van Nederland lid van den Volkenbond laten zich volgens Prof. Francois als volgt samenvatten a. het opvangen van den eersten stoot bij een rechtstreekschen aanval, in afwachting van den steun van bondgenooten. b. neutraliteitshandhaving. c. deelnemen aan een gemeenschappelijke actie. Algemeene Doelstelling. 8. De commissie gaat op grond van het boven staande geheel mede met de meening der I. C. 1920, dat onder deze politieke omstandigheden de meest gevaarlijke bedreiging voor Ned.-Indië bestaat in een rechtstreekschen aanval, ondernomen met het doel om Java te veroveren of deelen daarvan zij het wellicht slechts tijdelijk te bezetten en dat zulk een aanval ook thans nog als uitgangspunt zou moeten worden genomen om te geraken tot den logischen opbouw onzer weermacht. Is zulks om financieele redenen niet mogelijk, dan zal noodgedwongen met het zich scheppen van een geringeren graad van veiligheid moeten worden genoegen genomen (zie punt 11). 9. Teneinde de urgentie bij den opbouw onzer weermacht te bepalen, overwoog de commissie de volgende politieke omstandigheden. 10. De conferentie van Washington, waaronder de, officieele erkenning van ons grondgebied en de vermindering der vlootsterkten, schept naar de meening der commissie voor de eerstvolgende jaren een gunstiger politieke atmosfeer. 11. Onder deze omstandigheden behoeft men voor de eerste jaren niet meer allereerst te denken aan het afslaan van den in punt 7 en 8 genoemden rechtstreekschen aanval, met veroveringsdoeleinden ondernomen, maar treedt het handhaven van de neutraliteit in een tusschen derden uitgebroken oorlog meer op den voorgrond. 12. Een dergelijk conflict zal uiteraard althans in het eerste stadium als een zeeoorlog worden uitgevochten en als zoodanig voor ons van belang zijn. 13. Door de bepalingen van Washington namelijk door het vrijlaten van den aanbouw van kruisers en klein materieel is verder bij het uitbreken van een conflict de kans op het voeren van een handelsoorlog vergroot. 14. Gezien de geografische omstandigheden is het allerminst uitgesloten, dat deze handelsoorlog zich grootendeels binnen deze gewesten zal af 'spelen, hetgeen de kans op neutraliteitsschendingen doet toenemen. 15. Ook het verbod voor den aanleg van vlootsteunpunten binnen het door het Verdrag van Washington aangegeven rayon vergroot de kans op ernstige neutraliteitsschendingen in deze gewesten. 16. Op grond van bovenstaande acht de commissie het gevaar groot dat, ook al blijft onze politiek bij voortduring gericht op onzijdigheid, wij om strategische redenen zouden kunnen worden betrokken in een conflict tusschen andere volken. 17. De commissie meent derhalve, dat de plicht der neutraliteitshandhaving de eerste jaren op den voorgrond moet worden geschoven en dat onze weer macht in de eerst plaats aan deze doelstelling moet voldoen. Conclusie. 18. De commissie komt, aldus redeneerende tot de conclusie, dat de sterkte van onze weermacht in Indië in de eerstkomende jaren voldoende moet zijn voor: a. handhaving van het gezag binnenlands onder alle omstandigheden. b. handhaving der neutraliteit bij een oorlog tusschen derden. c. geschikt moet zijn voor het deelnemen aan eene gemeenschappelijke vol kenbondsactie, voor het geval, dat deze in deze gewesten noodzakelijk mocht zijn. Gelet echter op het embryonale karakter van den Volkenbond, oordeelt de commissie het niet noodig ter voldoening aan laatstgenoemden eisch speciale voorzieningen voor te stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 63