1018 Gedacht door Aanwezig of Nog aan te commissie in aanbouw bouwen. 2 2 12 4 x) 8 16 12 x) 4 2 0 2 4 2 2 60 18 42 18 0 18 o) 12 0 0') noemde materieel in hoofdzaak voor 1930 gereed moeten zijn, waarvoor hier onder een schema van aanbouw wordt gegeven. Noodig Vloo wet 1924 Kruisers 2 Jagers 12 o/z btn. 16 o/z bt. mijnenlegger 2 flott. vaartuigen 4 Verkenn. vliegtn. 72 leer- en jachtvliegtn. 18 bommenwerpers. 18 Mijnenleggers zijn buiten beschouwing gelatenvoorloopig kan, indien nog 1 bestaand flott. vaartuig tot mijnenlegger wordt omgebouwd, met dit aantal worden volstaan, x). 2 voorloopig geschrapt van begr. 1926. x). 1 Hr. Ms. K. I niet medegerekend. o). jachtvliegtuigen verminderd, doch leervliegtuigen bijgevoegd. verminderd i.v.m. tijdelijk uitstellen basis Priok. De Legerstrijdkrachten. 44. Uitgaande van de taak, voorkomende in de punten 19 en 19c zal het Leger boven de huidige dislocatie van troepen in de buitengewesten en de garnizoenstroepen op Java, ter voldoening aan zijn politietaak reeds in vredestijd als volgt moeten zijn georganiseerd. Op Java moeten aanwezig zijn 2 Divisies, een in Oost-, een in W.-Java. Elke divisie moet bestaan uit i3 bataljons a 4 compagnieën elke compagnie ter sterkte van minstens 175 man en 9 geweer mitrailleurs. 1 compagnie zware mitrailleurs. 1 Regt. artillerie, bestaande uit 3 Afd. a 3 battn. elk van 4 stukken. (één afd. bestaande uit veldhouwitsers). 1/2 Regt. Cavalerie, bestaande uit: 3 eskadrons van 100 sabels. (Elk eskadron a 3 pelotons) 1 Compie. wielrijders. (met de noodige lichte mitrailleurs) 1 Compie. genietroepen. De voor deze sterkte benoodigde treinen en hulpdiensten. 45. Te dien einde zullen binnen 4 jaar de volgende aanvullingen en verbe teringen noodig zijn, welker voorziening tot nog toe om de begrooting laag te houdensteeds achterwege zijn gelaten. De hieronder gekozen volgorde is die der urgentie. 1°. een voldoend aantal gasmaskers moet worden aangeschaft. 2°. De Artillerie moet eenigszins worden uitgebreid en in voldoenden getale met veldhouwitsers worden bewapend (min. 12 per divisie). 3°. Anti-luchtvaartgeschut moet worden aangeschaft. 4°. De luchtvaartafdeeling moet worden uitgebreid tot minstens 3 escadrilles van 12 vliegtuigen van verschillend type, gedeeltelijk voor den verkennings- dienst in de hand van den Legerbevelhebber, gedeeltelijk ingedeeld bij de divisies. 5°. Per divisie moet worden beschikt over een voldoend aantal zoeklicht installaties en radioveldstations. 6°. De geheele infanterie dient voor zoover nog niet geschied, op moderne wijze met mitrailleurs en geweermitrailleurs te worden uitgerust. 7°. Cavalerie en wielrijders moeten in sterkte worden uitgebreid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 66