1021 Evenmin kan een staatsman blind zijn van het voortdurend conflict van economische belangen, dat het leven en de onderlinge betrekkingen der staten beheerscht. Ook op economisch gebied is een streven naar inter nationale samenwerking waar te nemen, speciaal op het terrein van de kartel- en trust politiek. Maar ook hier blijven voorloopig nog de oude vóór-oorlogsche methoden het internationale leven der staten beheerschen. Eenerzijds dus een streven tot toenadering zoowel op politiek als eco nomisch gebied, een strooming van verzoening die van de groote massa uitbaat en waarmede ieder "staatsman onverbiddelijk rekening heeft te houden. Anderzijds het bestaan van factoren die het hem onmogelijk maken om aan die strooming voetstoots toe te geven. En om uit die impasse te geraken wordt van „Face" een dankbaar gebruik gemaakt. Men paait de massa met een schoone facade, een voorgevel opgebouwd van nrensche- lijke idealen, waarvan men wel weet dat hij gedoemd is door de zwakste zucht van het wereldgebeuren omver te worden geblazen. Maar achter dien mooien voorgevel is er in den werkwinkel der diplomatie weinig veranderd, zijn het nog altijd de klassieke richtlijnen der staatkunde die worden gevolgd. En zoo is het ook met het anti-oorlogsverdrag van Kellogg. Het is niets anders dan een schoone fagade die de politieke richtlijnen van de Groote Mogendheden poogt te maskeeren, zooals wij zullen aantoonen. Wat was de aanleiding tot het sluiten van het Kellogg-verdrag? In Juni 1927 bood Briand Amerika een vriendschapsverdrag aan, dat de eeuwige vrede tusschen de beide mogendheden in de toekomst zou waarborgen. Lang aarzelde Amerika met zijn antwoord. Maar in Februari 1928 deden de Vereenigde Staten het voorstel om het door Briand aangeboden Fransch- Amerikaansche Anti-oorlogsverdrag ook tot de andere Groote Mogendheden uit te breiden, en om te zetten in een multilateraal verdrag, dat den oorlog in den ban zou doen. Amerika stelde als voorwaarde dat een dergelijk verdrag de Monroeleer zou respecteeren. Tevens verklaarde Kellogg in zijn nota aan Frankrijk dat het geenszins in de bedoeling lag om den oorlog onwettig te verklaren en tot een volkomen verbod om naar de wapens te grijpen te geraken. Want zulks werd in strijd geacht met de grondwet der Vereenigde staten, waarbij aan het congres het uitsluitend recht van het verklaren van oorlog en het sluiten van vrede was toe gekend. Maar wel wenschte Kellogg den oorlog tusschen de groote mogendheden buiten de wet te stellen. In zijn tegenvoorstel deed Briand het volgende compromis aan de hand. Amerika zou eerst een anti-oorlogsverdrag met Frankrijk sluiten, waarbij het Amerika dan verder vrij stond om dergelijke verdragen ook met andere mogendheden te sluiten. Daardoor zouden zoowel Amerika als Frankrijk vrij zijn in de aanwending van het oorlogsmiddel tegen staten waarmede zij geen anti-oorlogsverdrag gesloten hadden. Tevens deed Frankrijk den aanvalsoorlog als middel van nationale politiek in den ban. Amerika ging op dit tegenvoorstel niet in. Het wenschte tegelijkertijd met Engeland, Japan, Italië en Duitschland te onderhandelen en wilde niets van een uitsluitend bilateraal verdragen-complex weten. Bij het multila terale verdrag zouden zich echter later ook andere mogendheden aan kun nen sluiten. Ten slotte is Frankrijk gezwicht van den druk van Amerika. Het wees er echter op dat uit het "Volkenbondsverdrag, de Locarno-verdragen en zekere alliantieverdragen van Frankrijk bijzondere verplichtingen voortspro ten, waarmede bij het sluiten van het anti-oorlogsverdrag rekening zou moeten worden gehouden. Overigens moest de oorlog als instrument var, nationale politiek d. w. z. als middel van een „persoonlijke, spontane en onafhankelijke politiek eener mogendheid" door het verdrag in den ban worden gedaan. Aanval of invasie in andere staten moest dus voortaan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 69