speciale functiën en bij bedoelde speciale onderdeelen kunnere blijven dienen (waarborg voor goed geoefend personeel), het uiteraard logisch mag worden genoemd om de recrutenopleiding,. zoomede de voortgezette opleiding bij de veldbataljons geheel in te stellen op opleiding van den man tot karabijndragende en derhalve in die periode opieiding tot specialist, zooals K. M.- bediening, man voor den verbindingsdienst, soldaat bij een mitrail leur compagnie totaal uit te schakelen. Het zou trouwens weinig zin hebben om een jong soldaat op Java allerlei specialistische zaken te leeren, welke hij in de Buitengewesten niet noodig; heeft. Hoe beter en vollediger hij wordt opgeleid voor karabijn- dragende, des te grooter wordt uiteraard zijn geoefendheid op dit gebied en des te bruikbaarder is hij voor den dienst in de Buitengewesten, waar hij behoudens een enkele uitzondering uitsluitend als karabijndragende zijn diensten moet verrichten.. Bovendien wordt hij aldus gevormd tot een goed lid van een karabijnbrigade, wat met het oog op een mogelijken strijd tegen vreemd geweld ontegenzeggelijk van zeer veel belang moet wor den geacht. Op deze wijze zullen de recrutenopleiding en de voortgezette opleiding bij de veldbataljons het meeste rendement, afwerpen. Derhalve werd als eerste beginsel aanvaard, dat de soldaat' bij de depötbataljons en daarna gedurende het tijdperk van voort gezette opleiding bij de veldinfanterie uitsluitend worde opge leid tot volledig geoefend karabijn (geweer) dragende. Waar kan worden aangenomen, dat, bij doorvoering van het zoo juist genoemde beginsel, een voortgezette opleiding van' rond één jaar, zelfs in aanmerking genomen het feit, dat de soldaten meermalen aan den gewonen dienst worden onttrokken voor wacht-, gewone corvee- en transportdiensten, voor em- ployementen mogen deze soldaten niet worden aangewezen) vol doende is te achten, volgt hieruit, dat het ook geen zin heeft om de niet-Europeesche minderen langer dan genoemde periode bij de veldinfanterie aan te houden, zoodat zij derhalve na rond 1 jaar dienst bij de veldinfanterie naar de Buitengewesten dienen-, te worden gezonden. Aldaar dienen zij dan 4 jaar achtereen te blijven. Deze termijn van 4 jaar is daarop gebaseerd, dat, waar de duur van het voorafgaand verblijf op Java voor de recruten opleiding en de voortgezette opleiding bij de veldbataljons op ongeveer 2 jaar kan worden gesteld, er van een eerste verband van 6 jaar nog ongeveer 4 jaar overblijven, gedurende welke 4 jaar geen mutaties zijn te verwachten als gevolg van dienstex- piratie, vertrek met verlof wegens langdurigen dienst e. d. Zoo juist werd een eerste verband van 6 jaar genoemd, hetgeen in den gevolgden gedachtengang past. Het invoeren van een uniform eerste verband van 6 jaar, zou dus, bijaldien daartegen geen ernsti ge bezwaren zouden bestaan, zeker zijn toe te juichen, hoewel tevens dient te worden bedacht, dat ook zonder een uniform 6-jarig 962

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 6