1029
reproductie en overige werkzaamheden, administratief gedeelte en bijdragen van
gemengden aard. Dit laatste hoofdstuk bevat de volgende in menig opzicht
lezenswaardige onderwerpen.
1.De werkzaamheden te Lembang in verband met de internationale lengte
bepaling gedurende de maanden October en November.
2. Eenige aanteekeningen bij de nieuw vervaardigde kaart van den top van
den O. Welirang. (met een kaart).
3. De lucht-fotogrammetrische kaarteering van een vischvijvercomplex ten
N. van Batavia op de schaal 1 2000.
4. Het meer op den G. Toedjoeh.
5. Watergetijden en bepaling van den gemiddelden waterstand.
In het bijzonder mogen we hiervan met betrekking tot het onder 3 genoemde
onderwerp, dat nog geen volledige bespreking vond in het wetenschappelijk
jaarbericht, vermelden, dat uit de vermelde resultaten de conclusie is te trek
ken, dat vischvijvercomplexen en andere dergelijke vlakke, open gedetailleerde
terreinen h. t. 1. met succes met behulp van verticale luchtfoto's ten behoeve
van technische doeleinden op de schalen van 1 2000 tot 1 3000 in kaart te
brengen zijn. Hieraan kan worden toegevoegd, dat ongetwijfeld ook kaarten
op de schaal 1 5000 en kleiner op deze wijze zijn samen te stellen, indien
de luchtfoto's bij gunstig en zeer helder weer genomen worden. Nog geens
zins staat echter vast, dat deze fotogrammetrische opnemingsmethode naast
de oude meetwijze voor een regelmatige kaarteering zal ingevoerd worden.
De dampkring toch is h. t. 1. zoo dikwijls nevelig of heiig, dat de weersge
steldheid slechts zelden aan den hierboven gestelden eisch voldoet, zoodat
het niet uitgesloten geacht moet worden, dat de sterke afhankelijkheid van
de weersgesteldheid een te ernstig nadeel van de methode zal blijken te zijn.
Bij volgende proeven zal derhalve in het bijzonder aandacht geschonken dienen
te worden aan deze aangelegenheid, ten einde hieromtrent voldoende gege
vens te verkrijgen.
10. BOEKAANKONDIGING.
Van het Koninklijk Instituut voor de taal-, land- en volkenkunde van Neder-
landsch-Indië ontvingen we in dank, deel 84 van de b ij dragen tot de
taal-, land- en volkenkunde. Het is een lijvig boekdeel bevattende:
lste. Herdenking van Dr. G. P. Rouffaer, door N.J. Krom. Hieruit blijkt, dat
Dr. Rouffaer de kennis van Indië historisch, etnologisch, oudheidkundig, geogra
fisch, door zijn wetenschappelijke exploratie op al deze gebieden, zijn doordringen
tot verborgen bronnen, zijn scherpzinnige conclusies, ook menigmaal door zijn
vergissingen een groot stuk verder heeft gebracht. Daarneven staat dan alsnog
meer dadelijk tastbaar en door den beoefenaar van Indische studiën ten onzent
nooit genoeg te waardeeren resultaat zijner werkzaamheid, de koloniale biblio
theek. De indologische wetenschap in het algemeen en het Koninklijk Instituut
in het bijzonder zijn aan Rouffaer veel, zeer veel verschuldigd.
Voorts geeft J. Fortgens „Grammatikale aanteekeningen van
het T abaroesch, T abaroesche volksverhalen en Raadsel s".
Het Tabaroesch is een der gesproken talen op de westkust van Halmahera.
Ook werd ons toegezonden het kortelings verschenen boekwerk(je):
Het ontstaan, het verloop ende gevolgen van den grooten
oorlog. Korte schets van J. C. van den Belt. (oud-officier). Zooals de
schrijver aangeeft is het niet meer dan een korte schets, een bespreking van
het groote wereldgebeuren in vogelvlucht en dan nog van zeer groote hoogte
gezien. Als zoodanig dient men het werkje dan ook te waardeeren. Voor inge
wijden is de voldoening bij het lezen minder groot; voor hen, die nog in den
aanvang hunner studie zijn zal de lezing en bestudeering vruchtdragend kunnen
zijn, omdat het werk den lezer voldoende oriënteert om met de aldus ver-