1031 11. OVERZICHT NEDERLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. Cavaleristisch tijdschrift. September 1928. Van de hand van F. vinden we hier een artikel: „Het optreden van cavalerie-v erkenningspatrouilles aan de hand van erva ringen uit den wereldoorlog. De schrijver noemt o. a. twee mid delen om te trachten uitkomst te krijgen, welke wellicht niet algemeen bekend zijn nl le. door naderbij te rijden en plotseling keert te maken. Men nadere in draf tot op 300 M. en make dan plotseling in galop met de patrouille keert. Is het dorp etc. bezet, dan kan men er in dat geval vast op rekenen vuur te krijgen. Op deze wijze is men dan te weten gekomen wat men weten wilde, nl. dat het dorp etc. bezet was. 2e. door van het paard af te schieten. Verschillende patrouillecommandanten hadden in den afgeloopen oorlog hunne menschen geleerd van het paard af te schieten. Was men in twijfel of een boschrand, dorp, etc. inderdaad bezet was, dan naderde men, in een ijle linie, hield op 300 M. halt en gaf te paard eenige schoten af. Ook in dit geval werd steeds, als de boschrand etc. werkelijk bezet was, het vuur geopend door den vijand". De Indische Gids October 1928. Generaal H. Bakker besluit zijn bijdrage „De Koninklijke Militaire Academie te Breda met de woorden „Het critiseeren van de opleiding, die in den loop der tijden door onze aanstaande Indische officieren aan de K. M. A. werd genoten, was geenszins het doel van dit artikel en is dan ook zooveel mogelijk achterwege gebleven, het eenige, dat beoogd werd, was 't een en ander uit de geschiedenis in her innering te brengen en voor zooverre dit nog noodig mocht zijn, allerwege de overtuiging te vestigen, dat de Indische landmacht, dus ook Indië, veel verschuldigd is aan de Bredasche militaire alma mater en dat er dus alle reden bestaat, om het honderdjarig bestaan onzer, thans eenige militaire onder wijsinrichting tot vorming van beroepsofficieren, ook in Indië dankbaar te herdenken en te vieren. Moge dit doel bereikt zijn Aan het artikel is toegevoegd een numerieke opgave van het aantal sedert 1834 toegelaten cadetten en het aantal benoemden tot 2en, luitenant voor het leger in Nederlandsch-Indië. Zooals bekend, is thans wederom een wetsontwerp in behandeling tot wij ziging van het mlitair onderwijs, waarbij in het bijzonder ook aan de oplei ding van Indische officieren aandacht wordt gewijd. Aan een opleiding uit sluitend in Nederland wordt vanzelfsprekend niet getornd. Deze opleiding vormt een hechte band met dat moederland, een band, die niet nauw genoeg kan blijven aangehaald! De Militaire Spectator, Sept. '28. Het nummer opent ter gelegen heid van het eeuwfeest der K. M. A. met twee artikels over deze onderwijs inrichting. Het eerste daagt den titel Stichting en inwijding van de KM. A. te Breda", van den gep. luit. gen. F. de Bas en het tweede Voor hon- derd jaar", van den kapt. der Genie W. H. Schukking, dat een bijdrage bevat tot de stichtingsgeschiedenis der K. M. A. De in Nederland plaats gevonden proeven met den lichten Franschen Renault- tank worden door den kapt. der Genie J. H. van Manen en den lsten luit. der genie Lohmeyer beschreven in het art. „Is het Nederlandsche polderland tank-proof?"Schrs. concludeeren, dat de gehouden proef demonstreert, dat het bij deze proeven gebruikte type Renaulttank, zonder bijkomstige maatre gelen, niet in staat is, van een min of meer vasten weg afkomende, een sloot te overschrijden van de afmetingen van ongeveer 1.50 M., waarvan de bo dem uit een modderlaag bestaat. Hierop de conclusie te bouwen, dat het polderland tank-proof is, zou volgens schrs. al te boud zijn. In hoeverre onze Indische terreinen, waar eenige actie is te verwachten, voor het optreden van den modernen tank geschikt is, is een vraag, welker beantwoording wel de-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 79