1035
of door middel van lorries wordt vervoerd het meest geëigende middel.
In het art. „The Progrnss of mechanization in the united States Army"'
van captain G. Macleod Ross treffen wij enkele uitspraken aan van het
U.S. War Department omtrent de beteekenis van de tank in den strijd.
Het meest markante daarin is wel het streven, de infanterie physiek zooveel
mogelijk te sparen door het inschakelen van motorvervoer en haar de
hevige verliezen in den strijd te besparen door haar in critieke momenten
te doen vervangen door gemechaniseerde eenheden. De infanterie zou
dan bestemd worden om na gelukten aanval, met deze laatste eenheden,
den toestand te consolideeren en het gewonnen terrein te behouden.
In de toekomst zou de tank bestemd zijn als kern van een gemechaniseerde
eenheid, welke zoowel de „striking power" als de „holding power" in zich
zou vereenigen.
In zijne lezing over Aircraft in small armes" bepleit de inleider R. H
Peck het gebruik van het luchtwapen tegen inheemsche verzetslieden, onder
voorwaarde, dat waar het gebruikt wordt, dit op de juiste wijze zou
geschieden. Deze voorwaarden formuleert inleider als volgt: a. het lucht
wapen voert uitsluitend den strijd; de landstrijdkrachten worden bestemd
voor bescherming der grondorganisaties: b. nadat door het luchtwapen
de voornaamste weerstand zal zijn gebroken, worden de landstrijdkrachten
bestemd om de overwinning te voltooien.
Inleider voert daarvoor de volgende motieven aan; humanere oorlogvoering,
snelle beschikbaarheid van het wapen en dus aan te wenden bij het begin
van den opstand; doeltreffend, mindere verwoesting aanbrengend, waardoor
minder animositeit, goedkoop, minder tactisch risico, bekorting van de
expeditie. Uit het debat blijkt, dat er nogal wat tegenstanders zijn vaiv
deze luchtexpedities tegen een I. V. Ook wij stellen ons daar niets van
voor. Niettegenstaande dat, dient het vraagstuk omtrent het gebruik van
onze luchtstrijdkrachten bij het handhaven van orde en rust onder de
oogen te worden gezien.
Revue Militaire Suisse. Aug. '28. „Le futur développement de nos insti
tutions militaires" geeft ons het verslag van een door Wildbolz gehouden
lezing voor de Zwitsersche officiersvereeniging. Inleider wenscht aan het
hoofd van het programma te zien: de handhaving van den goeden geest
in het leger.
Voor dezen primordialen eisch zullen voorloopig alle organisatorische en
materieele kwesties moeten wijken. Bij de daarbij noodzakelijke wijzigingen
der reglementen zal men zich echter, zonder de basis aan te tasten, moeten
beperken tot aanvulling omtrent die zaken, waarvan de oorlogservaring
de noodzakelijkheid heeft aangetoond, waarbij eenvoudigheid moet worden
betracht en tot het hart van den soldaat moet worden gesproken. Het
voornaamste voor de officiersopleiding vindt inleider de ontwikkeling van
de persoonlijkheid. Met alle vermijding van schema's en stokpaardjes be
hoort het gezond verstand te overheerschen.
Major d'E M. G. Dubois beëindigt zijne studie „Au sujet de la liaison
de l'infanterie avec l'artillerie" (zie I. M. T. blz. 955) Schr. behandelt de
wijze waarop de overbrenging van een aanvraag om art. steun plaats heeft
en vestigt er de aandacht op, dat er op gerekend moet worden, dat
er y2 uur verloopt, voordat de aanvraag bij het bataljon (uit de voorste
linie) is aangekomen en 3/4 uur voordat zij het regiment heeft bereikt.
Als regel moet er op gerekend worden, dat er 1 a 2 uren verloopen,
voordat de gevraagde art. steun kan worden verleend. Voor berichtofficier
wil schr. een uitgezocht officier of heelemaal niets. In den regel wordt
daarvoor een jong luit. van de art. aangewezen, een res. off. die men
kwijt wil of zelfs een o. off. Op de vraag of art. steun kan worden ge
vraagd op elk willekeurig doel, antwoordt schr., dat de vraag om art.
steun eerst moet worden beoordeeld door den compagniescommandant
en daarna door den bataljonscommandant, die eerst zooveel mogelijk met
eigen middelen zullen moeten trachten uit te komen.