1036
Schweizerische Monatschrift für offiziere aller Waffen. Aug. '28. Oberst-
divisionar z. D. Sonderegger komt in zijn art.
Infanterie-Begleitwaffen" (zie ook I. M. T. biz. 956) nog eens een pleidooi
geven voor het 20 mm. machinekanon. Zoowel voor tank- als vliegtuigaf-
weer acht schr. slechts aut. vurende wapens met lichtspoormunitie doel
matig. De 13 mm. mitr., waarmede slechts tot 1500 M. met lichtspoor
munitie kan worden gevuurd acht hij tegen vliegtuigen onvoldoende.
Daarvoor is minstens een 20 mm. aut. kanon noodig, waarmede tot 3000 M.
met bedoelde munitie kan worden geschoten. Schr. vestigt nog even de
aandacht op de demoraliseerende werking op den troep, wanneer men
weerloos is tegen vliegtuigaanvallen.
Artilleristische Rundschau. Aug. '28. Oberst von Nippold geeft in
\Unsere artilleristische Kampfwagenabwehr aaf den Gefechtsfeld" aan, op
welke wijze met de huidige Duitsche art. bewapening strijdwagens moeten
worden bestreden. Schr. komt tot de conclusie, dat de zware mitr. het
werkzaamste middel is tegen lichte strijdwagens. Verder acht schr. noodig,
maskeering van deze wapenen tegen strijdwagens en de hen begeleidende
vliegtuigen. Bij bestrijding met art. wenscht schr. directe richting, waarbij
ieder stuk moet zijn voorzien van tankmijnen en rookmaskers; bovendien
ver doorgevoerde verspreiding der stukken.
Infantry Journal. Aug. '28. Uit de rubriek Notes from the chief of
Infantry" vermelden wij eenige conclusie, omtrent vliegtuigaanvallen op
infanterieafdeelingen. In het kort luiden zij als volgt: Infanterie in open
terrein en niet voorzien van luchtafweerwapens is onderhevig aan verliezen
bij vliegtuigaanvallen van lage hoogten; de uitwerking van mitr. vüur
uit vliegtuigen op opgeloste troepen is niet noemenswaard; de meeste
verliezen bij inf. colonnes op marsch, in bivak enz. zijn te verwachten
bij den trein en bij de dieren. Verspreiding der onderdeelen bij inf. colonnes
■op marsch en in bivak vormt een middel, waardoor de uitwerking van
vliegtuigaanvallen grootendeels kan worden geneutraliseerd. De aanvallen
geschiedden op een hoogte van minder dan 175 M., dus binnen het bereik
der inf. wapenen welke in werkelijkheid veroorzaakt hebben, dat deze
vliegtuigen naar grootere hoogten zouden zijn verdreven, waardoor de
uitwerking belangrijk geringer zou zijn geweest. Neemt men daarbij in
aanmerking, dat zorgvuldige voorafgaande verkenning mogelijk was en
het terrein volkomen bekend was, dan komt men tot de conclusie, dat
in het gevecht, waar plaats, formatie en marschrichting der troepen moeten
worden vastgesteld en rekening moet worden gehouden met weersomstan
digheden, de resultaten van dergelijke aanvallen vrij gering zullen zijn.
Wij hebben gemeend deze resultaten wat uitvoerig te moeten mededeelen,
waar wij hebben kunnen constateeren, dat bij oefeningen, het dekking
nemen tegen waarneming uit vliegtuigen meermalen ten koste van de
mobiliteit ging. Tegen een dergelijke vliegtuigenvrees moet met klem worden
gewaakt.
La Revue d'Infanterie. Aug. '28. Colonel Meilhan geeft in zijn art.
„Les exercices sur la carte traités par la méthode historique" een voorbeeld
van een tactische oefening op de kaart, waarbij de uitgewerkte bevelen
worden vergeleken met die, welke in werkelijkheid werden uitgevaardigd.
Volgens schr. blijkt, dat de „ordres de guerre" zeer inferieur zijn, ver
geleken met die, welke in de kalme atmosfeer van het studievertrek zijn
vervaardigd. Het art. wordt vervolgd.
De psychologie van den infanterist, in het bijzonder van den Franschen
soldaat is het onderwerp, waarmede Lt. Col. G. Besnard de aandacht vraagt
m ijijn art. Essai sur le moral de l'Infanterie"Het zijn geen nieuwe
psychologische factoren, welke schr. in beschouwing neemt; toch blijven
zij het rustig overdenken waard, juist omdat er zoo weinig over gedacht
wordt. Het moreel is gebouwd op vertrouwen zegt schr. en dit wordt
weer in de hand gewerkt door een solieden indruk van het geheel. De
Regeering en de hoogere bevelvoering zijn verplicht een politiek van