De soldaten, welke van de aanspraken op verlof gebruik maken, waren na ommekomst van dat verlof op Java te plaatsen. Overigens zou het meest voor de handliggend zijn, indien kon worden bepaald, dat zij, die geen verlof wenschen, van hunne aanspraken dienen af te zien, tot het tijdstip, waarop zij na nogmaals 6 jaar dienst voor verlof in aanmerking zouden komen. Afgescheiden van het feit, dat alsdan weinig overeenstemming zou bestaan met de bepa lingen voor buitenlandsch verlof aan officieren en onderofficieren, zou een dergelijke maatregel evenwel hard en onbillijk zijn. Er kunnen zich toch omstandigheden voordoen, waarom vooralsnog van de aanspraken geen gebruik kan worden gemaakt, terwijl bovendien op beperkte schaal aan de betrokkenen op hun verzoek ware toe te staan om ook na afloop van de 4 jaar dienst in de Buitengewesten aldaar nog te blijven, wat eenerzijds eenigszins tot beperking der mutaties zal voeren, doch anderzijds dan tot opschorting van het verlof (tenzij in het betrokken gewest) moet leiden. Mocht nu, gelet op het vorenstaande een militair van zijn aanspraken op verlof geen gebruik wenschen te maken, waaromtrent hij zich dadelijk bij het aangaan van een nieuw verband na afloop van zijn eerste 6 jaar dienst „zal hebben uit te spreken, dan komt hij in aanmerking voor overplaatsing naar Java" en ingevolge de bestaande bepalingen zal hij dan in de eerste twee jaar geen aan spraak kunnen doen gelden op verlof wegens langdurigen dienst, tenzij het verlof na aankomst in het nieuwe garnizoen wordt aan gevraagd naar eene plaats gelegen op Java (Algemeene Order 1904 No. 151 blz. 242 11 (1). Doet hij echter het verzoek om op de Buitengewesten te mogen blijven, dan kan zulks, mits op beperkte schaal door den Inspecteur der Infanterie worden toegestaan, doch als contraprestatie zal hij dan zijn verlof (tenzij in het betrokken gewest) hebben uit te stellen en voor de consequentie worden gesteld, dat zoodra hij verlof naar een plaats buiten het betrokken gewest verzoekt, hij na ommekomst van dat verlof op Java zal worden ingedeeld, evenals zij, die dadelijk gebruik maken van hunne verlofsaanspraken. Vraagt de betrokkene bij verlengd verblijf in de Buitengewesten nader indeeling op Java, dan wordt dit in beginsel toegestaan en kan hij voor het vertrek naar zijn garnizoen op Java eerst verlof bekomen; wordt van dit laatste geen gebruik gemaakt dan geldt uiteraard weer de bepaling, dat hij gedurende 2 jaar geen verlof zal krijgen tenzij naar een plaats op Java. In het vorenstaande kan geenszins een onbillijkheid worden gezien. De man heeft het immers volkomen in de hand om van zijne aanspraken gebruik te maken, zoodra deze zullen zijn verkregen. In den overgangstoestand, n. 1. zoolang het nog zal voorkomen dat militairen reeds aanspraak op verlof wegens langdurigen dienst kunnen doen gelden, voordat zij voor de eerste maal 4 jaar achter een op de Buitengewesten hebben gediend, zal boven aangegeven gedragslijn niet kunnen worden gevolgd. 964

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 8