vaste lijn dient te worden gevolgd. Het geven van tegenstrijdige
en van onlogische aanwijzingen en mededeelingen moet worden
vei meden. Vandaar, dat een en ander in een voorschrift moet
worden vastgelegd, waarin tevens ware aan te geven, van welke
beginselen men bij de beoordeeling van een bepaalden toestand
kan uitgaan. Waarop b. v. te letten bij de beoordeeling van een
aanval, bij het geven van mededeelingen betreffende vuuruitwerking
enz.? Verwezen moge worden naar het Duitsche Voorschrift, dat
in dezen door groote volledigheid uitmunt.
De gewenschte eenheid van opvatting en de noodige samenwer
king vereischt voorts een eenhoofdige leiding van
den geheelen dienst welke alle scheidsrechters zoo volledig
mogelijk op de hoogte stelt door het verstrekken van de bevelen
van de partijcommandanten, het uitgeven van vuurkaarten; een
voorafgaande terreinverkenning onder leiding van den leider der
oefening, met alle scheidsrechters, is in vele gevallen noodzakelijk en
moet steeds worden aanbevolen.
De scheidsrechters bij de onderdeelen lichten de leiding voort
durend in, terwijl deze laatste wederom voor de verstrekking van
de noodige aanwijzingen zorgt, zoodat als het ware een soort
wisselwerking tusschen leiding en scheidsrechters ontstaat. Bij
grooteie oefeningen zal herhaaldelijk overleg tusschen leiding en
scheidsrechters niet kunnen worden ontgaan. Het instellen
van gevechtspauzes tijdens de actie gedurende
welke door de verschillende commandanten verbanden kunnen
worden hersteld, een nieuwe actie kan worden voorbereid, de
samenwerking tusschen de verschillende wapens nader kan worden
geregeld, is derhalve noodzakelijk. Het is gewenscht
de hoogere commandanten zelf het moment van rust te laten bepa
len; uiteraard oefenen de aanwijzingen van den scheidsr. dienst in
dezen giooten invloed uit. Het is derhalve ook niet noodig, dat beide
partijen tegelijk halt houden. De eene partij zal b. v.
eerder verbanden moeten herstellen, dan de andere.
In de practijk ziet men dikwijls, dat deze gevechtspauzen ver
waarloosd worden. De artillerie en de mitrailleurs moeten maar
„mee De infanterie wint ongestoord terrein, vertrouwende op
een steun, welke niet te verleenen is. In de werkelijkheid, wanneer
inderdaad deze steun onontbeerlijk is, moet een dergelijke actie
tot mislukking gedoemd wezen. Geen infanterie-aanval
behoort te g el ukken, alvorens art. en mitr
vuur behoor! ij k zijn geregeld.
Een snelle berichtenwisseling, zoowel tusschen de scheidsrechters
bij de kleinere onderdeelen met die bij de grootere eenheden, als
tusschen deze laatsten met de leiding, moet worden georganiseerd.
Een uitgebreid telefoonnet, speciaal ten behoeve van den scheidsr.
dienst moet worden aangelegd (bij de organisatie wordt hierop
nader teruggekomen).
8