b). De scheidsrechters dienen te controleeren, in hoeverre de
samenwerking tusschen de verschillende onderdeelen en tusschen
de diverse wapens behoorlijk geregeld is. Eensdeels kan dit blijken
uit de bevelen van de commandanten, doch aan den anderen kant
is het gewenscht de practische uitvoering na te gaan. Men deelt
een commandant niet mede, dat de samenwerking met een neven
troep onvoldoende is, doch men geeft hem aanwijzingen, welke
hem in werkèlijkheid ook zouden bereiken en waardoor de gevolgen
van onvoldoende samenwerking aan den dag treden. Men late
geen inf. aanval slagen, indien de samenwerking met de artillerie
onvoldoende is. De inf. commandant voelt dit door de mededeeling,
dat hij tengevolge van 's vijands vuur niet vooruit kan. Ook remt
men de voorwaartsche beweging van een aanvalsgroep, indien geen
verband wordt gehouden met de nevengroep.
c). Beoordeeling van geleden verliezen.
Om voor de hand liggende redenen is het niet gewenscht troepen
te laten uitvallen. Zijn deze eventueel buiten gevecht gesteld, dan
zendt men ze naar de reserve, zoodat ze niet onmiddellijk weer
in actie kunnen komen.
Ook wel volgt men de methode, bepaalde onderdeelen gedurende
zekeren tijd buiten gevecht te stellen. Men neemt daarvoor den
tijd, benoodigd om in werkelijkheid reserves ter vervanging te
laten oprukken.
De verliezen zelf kan men aangeven, door het aantal uitvallers
vast te stellen of door deze neer te leggen in een zeker percentage.
Deze laatste methode is minder verkieslijk, aangezien troepen,
ondanks een bepaald verliespercentage, evengoed ten aanval zullen
overgaan.
Het komt ons niet juist voor ten gevolge van opgelegde verliezen,
een troep last te geven terug te gaan en de andere partij toe te
staan, b. v. na een half uur voorwaarts te trekken. Gedurende dat
tijdsverloop kan de geheele tactische toestand veranderen. Een
meer „kriegsmaszig" resultaat verkrijgt men door den troep door
het opleggen van verliezen te verzwakken, zoodat de commandant
vanzelf begrijpt, dat hij terug moet, terwijl men aan de andere
partij overlaat uit te vinden, in verband met de haar verstrekte
mededeelingen, wanneer kan worden opgerukt.
Door het opleggen van verliezen bezit men macht, bepaalde
gebeurtenissen tot uiting te brengen; gedacht wordt o. a. aan
moreele invloeden, ontstaande b. v. door vuurovervallen of een
plotselingen aanval uit de lucht. Zonder dat ernstige verliezen op
treden kan het moreel een zeer gevoeligen klap krijgen, hetgeen
aan te geven zou zijn door een bepaalde verliesfactor toe te passen.
d.) Voorts zullen de verschillende aanwijzingen betrekking kun
nen hebben op den dienst van aan- en afvoer. De aanvulling zou
b. v. kunnen worden vertraagd in verband met door den vijand
10