heid van beweging en dat die verzwaring een snellere oplossing
van ons beperkt paardenmateriaal in de hand zou werken.
Ten slotte nog een enkel woord naar aanleiding van het opstel
van den Majoor der cavalerie F. C. Thomson.
Schrijvers beoordeeling van ons artikel is wel vleiend, te vleiend
wellicht; hetgeen niet wegneemt, dat we dien hoofdofficier dank
baar zijn voor zijn opbouwend woord.
Hoewel ook van meening zijnde, dat een verduidelijking, een
verruiming van de destbetreffende punten van het A. T. V. wel
gewenscht zou zijn, omdat ze naar onze meening te beperkt
worden uitgelegd, kunnen we toch niet onderschrijven, dat ons
A. T. V. geen ruimte laat voor verkennend werk door z. g. be
veiligende cavalerie Mag een, overeenkomstig punt 36 van het
A. T. V, tot 6-10-20 K.M. vooruitgereden afdeeling geen gegevens
verzamelen als bedoeld in punt 26 van het A. T. V., waar we lezen:
,,De verkenning heeft ten doel den bevelhebber die gegevens
te verschaffen omtrent den vijand en het terrein, welke voor zijn
plannen van beslissende beteekenis zijn zij wordt verricht door
patrouilles en vliegtuigen"
Geldt punt 143(2), slaande op het gevecht en luidende
„Het opsporen van de gegevens omtrent vijand en terrein be
hoort mede tot de taak der ruiterijook hierbij kan ondersteu
ning door infanterie of wielrijders noodig zijn", niet op cavalerie,
die ter beveiliging is uitgezonden
Het is ons evenwel allengs duidelijk geworden, dat de ge-
dachtenwisseling over het door ons te berde gebrachte onderwerp
dreigt vast te ioopen, omdat een ieder zijn eigen uitleg heeft
voor de begrippen verkennen en beveiligen. Het zij ons daarom
vergund nog eens voorop te stellen, dat wij hebben gemeend
openlijk te mogen constateeren, dat bij de toepassing van het
A. T. V. bij oefeningen het begrip beveiligen wel eens zeer eng
wordt opgevat, n.l. in dien zin, dat in het begrip beveiligen geen enkel
offensief element wordt gezien, doch uitsluitend een afwerend
element of om het nu eens overdreven scherp te stellen, dat de
opdracht beveilig kijk of mij gevaar dreigt, waarbij dan als
gevaar aan te merken is beschieting door den vijand.
Vat men het begrip beveiligen zeer ruim op, b. v. beveilig
„geef mij waarborgen, dat ik mijn plannen kan volvoeren en
waarschuw mij tegen maatregelen van den tegenstander, welke
mijn plannen in de waagschaal stellen", dan wordt de zaak ge
heel anders.
Het is geen uitzondering, dat in een bevel als opdracht voor
de cavalerie de zinsnede wordt gelezen De cavalerie beveiligt
den marsch. (Zie b. v. de applicatorische studie, voorkomende
in het I. M. T. 1926 No. 2, blz. 88).
We vragen ons af, wat moet van de uitvoering terecht komen
als opdrachtgever en opdrachtontvanger ieder zijn eigen uitleg
26