noodzakelijkheid, om den oorlogshond definitief in de practijk van den modernen oorlog in te voeren uit hoofde van het principe^ dat wij, commandanten, zoo herhaaldelijk hebben voorgestaan, namelijk: „Niets te veronachtzamen, wat voor den bevelhebber zijn nut kan opleveren". Geen ander doel, inderdaad, dan dat, om nuttig te zijn, het nut van den hond in het belang van de algemeene zaak te bewijzen. Een prachtig doel voorwaar! Het bereikte resul taat heeft er de waarde van bewezen en tegelijkertijd, dat het de mooiste zegening is van de betoonde inspanning van krachten en wil. Mogen wij dan thans de aandacht van onze lezers vragen voor dit onderwerp! Het wil ons wenschelijk toeschijnen, om op het oogenblik, dat de belangstelling voor deze zaak begint te ontwaken, daaromtrent volledige inlichtingen te verstrekken, om zooveel moge lijk de belangstelling van allen op te wekken en tegelijkertijd ondoordacht enthousiasme van enkelen te vermijden, die de bron zoude kunnen zijn van onnoodige teleurstellingen. Zoo werden dan op initiatief van den Divisie-Kolonel Guisan vier groepen van twee man geformeerd, die van 5 Juli tot 19 Augustus van dit jaar te Mont-Pélerin den eersten cursus voor verbindings honden volgden. Deze mannen werden vervolgens gedetacheerd bij het 7e Regiment Infanterie, alwaar zij hun herhalingscursus doormaakten, door bij dat Regiment het eerste detachement ver bindingshonden te formeeren. Laten wij nu de oorlogshonden in hun geschiedenis, hun africh ting en hun gebruik en ten slotte in hun toepassing bij de manoeu vres van het 7e Regiment Infanterie volgen. Sedert overoude tijden zijn honden voor oorlogsdoeleinden aan gewend. De Phoeniciërs, de Grieken en de Romeinen hebben strijd honden gehad, een soort van jachthonden, die geoefend waren voor den aanval. De Zwitsersche troepen, die bij Morat deelnamen aan den veld slag tegen Karei den Stoute, danken een deel van hun succes aan hun honden, die den strijd wonnen, welke zij te voeren hadden tegen de honden van de Bourgondiërs. Wij verwijzen den lezer voor nadere gegevens naar de schoone bladzijden, welke Majoor de Vallière in zijn werk over den slag bij Morat aan dit feit heeft gewijd. Van 1914 tot 1918 is het gebruik van honden op alle fronten zeer intensief geweest. In Duitschland zijn de resultaten van het begin af over het algemeen gunstig geweest. Bij het einde van den oorlog waren 20.000 honden aan het front gebruikt geworden. De dienst dezer oorlogshonden was zeer goed georganiseerd; hij was toevertrouwd aan ter zake kundige officieren. De opleiding der leiders en de training der honden hadden plaats volgens uniforme 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 39