beginselen. Zij werden afgericht in trainings-centra, zooals die te Grünheide en te Breslau werden aangetroffen. Wij brengen hier verder nog in herinnering, dat de grootste Duitsche Cynologische Vereeniging, de „Deutscher Schaferhund Club" door Ritmeester von Stephanitz wordt voorgezeten en dat momenteel 4000 honden in zijn registers zijn ingeschreven al naar gelang van hunne eigenschappen als oorlogshonden en dit wel geheel onafhankelijk van de organisatie, die behoort tot den ge zondheidsdienst en dat Duitschland overigens niet meer het recht heeft om dergelijke honden af te richten, omdat het Verdrag van Versailles dit recht aan Duitschland heeft ontzegd. In Frankrijk waren de resultaten zeer verschillend. Het leger had honden aangenomen, die van particulieren afkomstig waren en meestentijds door die particulieren persoonlijk werden geleid. Deze hielden daarbij hun eigen voordeel veel meer in het oog dan dat van het leger en hadden hierbij tevens de gedachte gekoesterd, dat zij hiermede een middel hadden gevonden om zich te vrijwaren voor de zoo geduchte zending naar de loopgraven. Bedoelde honden, die eerstens van zeer uiteenloopende rassen waren en ten tweede op zeer verschillende wijzen waren afgericht,, hebben zoodanig slechte resultaten opgeleverd, dat Generaal Joffre zich verplicht zag een besluit te teekenen, waarbij het gebruik maken van eiken hond op de fronten streng werd verboden. Deze aangelegenheid bleef nu gedurende eenige maanden vol komen rusten, doch daarna werd ze weder op een ernstiger basis opgevat. De dierenarts Paul Mégnin werd belast met de organisatie van dezen dienst en slaagde er in, na enkele maanden honden af te leveren, die geschikt bleken te zijn voor den ooriogsdienst en( van tal van generaals dan ook de vleiendste betuigenissen van lof mochten verwerven. Zoo lezen wij o. a.: „Het 98ste Infanterie- Regiment bezit nog twee verbindingshonden, die verbinding te Avocourt door de zwaarste versperringen heen hebben in stand gehouden en die daaraanvolgend een hevigen aanval op Nassoul medemaakten en onder het vuur meerdere berichten van het aan gevallen bataljon wisten over te brengen, (de telefoon doorgesneden, de seintoestellen vernield, alle estafetten gesneuveld)", Generaal Goybet, Commandant van de 25ste Divisie Infanterie. Africhtings-centra werden ingesteld: de cannel voor voorbereiding te Courbevoie, de militaire centrale cannel te Satory, de cannel van het 7de leger en nog tal van andere. Hier wenschen wij er even op te wijzen, dat de honden werden gebezigd op de fronten in den Balkan, dat Maarschalk Lyautey hen gebruikt heeft bij de troepen te Marocco en dat ze ook in België hun eer hebben opge houden. De hierbedoelde honden behoorden allen tot de mitrailleur compagnieën met hondentractie. 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 40