De honden hebben hun plaats ingenomen in de gelederen. Bij
groepen van vieren hebben zij vlak naast de beenen van hun
meesters de colonne van het 7de Infanterie-Regiment gevolgd, dat
onder de bekwame leiding van Kolonel de Diessbach op manoeuvre
ging-
Wij kennen niets indrukwekkender dan die lange afdeelingen
van manschappen, die, den geheelen nacht door, langs den weg
van Fribourg naar Morat hebben gemarcheerd. En daar tusschen
hen bevonden zich onze honden.
Den geheelen nacht hebben ze medegeloopen; geen enkele nood-
delooze beweging, in het geheel geen blaffen. In deze diepe stilte,
hebben ze de manschappen gevolgd, hun kameraden. Met dezen
zijn ze tegen den vijand opgetrokken, hebben ze hun weg gevolgd
naar het onzekere, hun daarbij alles aanbiedende, wat zij in zich
hadden aan kracht, aan tucht en aan genegenheid. En de man
schappen hebben hun die dan ook ten volle terugbewezen.
Bij het ochtendgloren van den 29sten Augustus heeft het regiment
zich voor den aanval ontwikkeld. Zeventien minuten later brachten
de honden de verbinding tusschen den post van den Regiments-
Commandant en die van den Commandant van de groep zware
houwitsers in de omstreken van les Rapes, ten Noorden van Wal-
lenried tot stand. Gedurende bijna drie volle uren heeft deze ver
binding alléén gewerkt, daar de telefoon slechts bij tusschenpoozen
heeft gefunctioneerd. Toen werd er weder vooruit gegaan en zijn
de honden gevolgd. Gedurende den dag eenige uren rust. Om 18.40
brachten de honden opnieuw een verbinding tot stand tusschen den
post van den commandant van het Regiment van Salvenach en de
posten der Commandanten van de beide Bataljons, waarvan het
eene te Burg, het andere te Altavilla gelegen was. Den geheelen
nacht door hebben deze verbindingen gefunctioneerd. Alle berichten
zijn aangekomen, zonder één enkele fout, zonder één vergissing in
het te volgen traject, zonder éénig oponthoud.
Résumeerende, kunnen wij verklaren, dat het doel bereikt werd
en het nut van den hond voor oorlogsdoeleinden onweerlegbaar
bewezen. Om te eindigen zouden wij niet weten beter te handelen,
dan hier datgene aan te halen, wat de Leider, Kolonel de Diessbach,
Commandant van de 4de Infanterie-Brigade, in de critische be
schouwingen, welke hij dagelijks tot zijn ondergeschikte comman
danten richtte, te hunnen aanzien heeft te kennen gegeven:
5. Oorlogshonden. De waarnemingen in den nacht van
29 op 30 Augustus gedaan hebben die, welke in de voorgaande
beschouwingen werden geformuleerd, niet anders dan ten zeerste
kunnen bevestigen. Aangewend als verbindingshonden tusschen den
post van den Commandant van het 7de Infanterie Regiment en
den post van den Commandant van een Bataljon in eerste linie,
hebben de oorlogshonden zeer waardevollen arbeid verricht. Bij
41