het m.i. buitengewoon moeilijk om de geschiktheid, waarvan in
punt 72 van het V.O.I. sprake is, hoog op te voeren.
De commandant van een detachement a 3 brigades zal ook nog
wel eens voor verrassingen komen te staan, als bv. 2 zijner
brigades uit zijn. Dan moet ook hij weer zoo lang den enkelen
man laten oefenen totdat één der brigades terugkomt, waarna hij
van het verlorene moet inhalen. Groote detachementen, waarbij
als regel meer officieren of o.o. instructeur zijn ingedeeld kunnen
in den regel rustig dooroefenen en bovengenoemd tableau geregeld
afwerken. Ter vlotte afwikkeling van het programma is het volgens
mij wel zeer noodzakelijk, dat bij een detachement van bv. een
brigade of 6 sterk waarbij zijn ingedeeld een kapitein en een
luitenant, ieder officier een deel der brigades voor zijn rekening
neemt. Immers moet die luitenant alleen 6 brigadecommandanten
oefenen, dan krijgen ze haast nooit een beurt in elk der in punt
77 genoemde werkzaamheden. Ook tot het verbeteren van hun
geschiktheid als onderwijzer van hun brigade is bovenstaande
zeer aan te bevelen. Met de patrouille-diensten ware hiermede
rekening te houden, b.v. de kapitein gaat op patrouille met de
door hem te oefenen brigadecommandantende luitenant oefent
dan de zijne in het garnizoen enz. en omgekeerd.
Dit zou de oefening zeer ten goede komen. Wil de kapitein
zijn luitenant oefenen, dan blijven beiden thuis. Is bij dat de
tachement in plaats van een luitenant een o. o. instructeur inge
deeld, dan wordt het voor den detachementscommandant moeilijker.
Nóg meer zal hij zijn ondercommandanten moeten controleeren terwijl
daarnaast rekening gehouden moet worden met de omstandig
heid, dat van de o.o. instructeur niet geëischt wordt dat hij kan
optreden als leider bij een A. V. O. oefening (V.O.I. 11(2)).
Ten slotte wil ik nog opmerken, dat:
Op posten, waar de detachementscommandant tevens belast is
met het Civiel Bestuur, deze commandant voor de verhooging
van de vaardigheid in het gebruik der wapens en van die voor
de uitoefening van de politiek-politioneele taak moeilijk geheel
aansprakelijk zal kunnen gesteld worden, wat echter zeer te
betreuren is, aangezien die opleiding toch reeds zooveel moei
lijkheden met zich brengt.
50