'7. HET GEBRUIK VAN ROOK EN NEVEL IN HET ALGEMEEN EN IN INDIE. door L. J. M. KOREMANS EN J. F. VAN KERVEL. Inleiding. Door de vervolmaking en uitbreiding in het moderne leger van de automatische vuurwapens per Infanterie-eenheid, door de ver beterde en nieuwe hulp- en richtmiddelen waarover de Artillerie tegenwoordig beschikt, en ten slotte de uitbreiding van de lucht vloten, kunnen sommige handelingen, die vroeger ongestoord over dag konden plaats hebben, in het moderne gevecht niet meer, dan ten koste van groote verliezen, uitgevoerd worden. Door het gebruik van maskeeringsstoffen, kunnen nu echter handelingen, die anders bij gebruikmaking van den nacht uitge voerd zouden moeten worden, overdag plaats vinden. Vooral tijdens den afgeloopen oorlog, is op groote schaal gebruik gemaakt van rook en nevel en zal in een toekomstigen oorlog met het gebruik daarvan, zoowel bij de eigen partij als bij den vijand, rekening moeten worden gehouden. Alvorens tot het technische gedeelte van dit artikel over te gaan, willen wij in het kort den lezer eerst mededeelen wat onder rook en nevel als maskeeringsstof verstaan wordt. Onder rook wordt dan verstaan een wolk bestaande uit zeer kleine deeltjes van een vaste stof, terwijl van nevel gesproken wordt, indien de wolk uit zeer kleine vloeistofdeeltjes bestaat. De rook- en nevel deeltjes zijn niet even groot doch zijn vele malen grooter dan een luchtmolecule. 1. ROOKGEVENDE STOFFEN. (Zie ook Chemical Warfare bij Amos A. FRIES en Clarence J. WEST.) a. Phosphorus (gele). Gele phosphorus heeft een hoog dekkend vermogen, terwijl de phosphorus praktisch geheel verbrandt en de verbrandingsproducten bijna geheel als maskeeringsstof de lucht ingaan. De gele phospho rus heeft een smeltpunt van 44<> C., een kookpunt van 287° C. en verbrandt indien ze in aanraking komt met de lucht, (bewaren onder water). 51

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 53