Tenslotte zij men met de toevoeging van Kaliumchloraat, in ver
band met explosiemogelijkheden, voorzichtig.
In vredestijd treedt een minder aangename eigenschap op den
voorgrond, n. 1. het feit, dat zich gedurende de verbranding een
weinig phosgeen vormt, waardoor het zich voor oefeningen minder
goed leent.
d. Chloorsulfonzuur.
Deze maskeeringsstof is door de Duitschers, zoowel te land als
ter zee het eerste gebruikt. Zij wordt verkregen uit Zwaveltrioxyde
•en Zoutzuur. Het is een helder witte vloeistof, die bij aanraking
met de lucht, direct begint te rooken. Het maskeeringsvermogen
berust dan ook op de reactie: chloorsulfonzuur en waterdamp
uit de lucht, geeft witte zoutzuur- en zwavelzuurnevel.
Deze stof werd veelal in gietijzeren bollen bewaard (die echter
■spoedig doorvreten), die aan de bovenzijde voorzien zijn van een
korten hals, waarop een dop geschroefd is. Aan de zijkanten van
den bol bevinden zich twee korte uitstekende metalen staven. Voor
•het gebruik wordt de bol op den grond geplaatst, de afsluitdop
naar boven. Vervolgens wordt de dop afgeschroefd en de bol voor
zichtig op den grond leeggegoten. Een nadeel aan deze methode
verbonden was, dat veel chloorsulfonzuur in den grond drong, ter
wijl bovendien bij te groote nevelontwikkeling de bedieningsman
schappen het in de prikkelende wolk niet uit kunnen houden. Een
betere methode is dan ook een lage houten stellage te bouwen,
met aan de bovenzijde inkeepingen, waarin de uitstekende ijzeren
stukken van den bol geplaatst kunnen worden.
De bol hangt dus een 10 c.M. vanaf den grond, met de afsluit
dop naar boven. Vervolgens moet een soort houten goot gemaakt
worden, waarin de vloeistof opgevangen kan worden. De bedie
ningsman kan nu, na eerst de afsluitdop te hebben afgenomen,
met behulp van een stok of schop de bol zoover om zijn as (de
uitstekende metalen deelen) doen draaien, dat de vloeistof in de
goot vloeit. Hierdoor ontstaat dus het voordeel dat de bedieningsman
geen hinder meer ondervindt van de wolk, dat de vloeistof over een
grooter oppervlakte verdeeld wordt (goot), dus een betere rookwolk
ontstaat en dat de bedieningsman gevrijwaard is voor spetten op
lichaamsdeelen en kleeding. Bovendien bleek in de practijk, dat bij
voorzichtig roeren in de vulgoot, een dichtere wolk ontstond.
Nadeelen van deze maskeeringsstof zijn: een onaangename
(schadelijke) prikkeling op de slijmvliezen, het aantasten van meta
len voorwerpen (wapens, knoopen e. d.); dat bij ondeskundige
behandeling spatten op huid en kleeren kunnen komen, waardoor
ernstige brandwonden kunnen ontstaan. Spatten op den schoen
branden door het leer tot op de huid toe door. Bij het werken
met deze maskeeringsstof, verdienen oude kleeren en ingevette
schoenen aanbeveling.
53