te bereiken resultaten, betrekkelijk gering. Om een voorbeeld te
noemen, had men voor de Fransche „7 ton Renault"-tank, ongeveer
110-150 c.c M. maskeeringsstof per minuut noodig, bij een
rijsnelheid van 10 K.M. per uur. De Engelsche tanks gaven volgens
Warrall de voorkeur aan chloorsulfonzuur. Iedere tank kon een
hoeveelheid maskeeringsvloeistof medenemen, welke voldoende was
voor een onafgebroken verneveling van 4 uren. De bedienings
manschappen moesten echter hun masker in beschermingsstelling
dragen. Volgens Engelsche voorschriften wordt het chloorsulfonzuur
uit een bijzonder daarvoor geconstrueerde en medegevoerde bak
middels een pijp in den uitlaat van den motor geleid.
De beste resultaten werden verkregen indien genoemde pijp in
het warmste gedeelte van den uitlaat uitkomt en indien de vochtig
heid van de benzinedampen verhoogd wordt, (door middel van
met een sproeier toegevoegde waterdruppeltjes) en wel in die mate,
dat de naar buitengaande waterdamp in de nevelpijp condenseert.
Een meer moderne methode voor het verwekken van nevels uit
vliegtuigen heeft voor het eerst na den oorlog in 1923 in Amerika
plaats gehad. De maskeeringsstof bevindt zich in een of meer
metalen tanks, die achter de zitplaats van den bestuurder inge
bouwd zijn. De vloeistof wordt nu middels koolzuurdruk of
perslucht, door een sproeier, die dusdanig opgesteld is, dat de
nevelstof naar buiten gespoten wordt in tegengestelde richting als
waarin het vliegtuig vliegt en met een kracht die gelijk is aan
de snelheid van de neveldeeltjes snelheid vliegtuig), zoodat
de horizontale snelheid der neveldeeltjes, nadat zij de sproeier
verlaten hebben zeer gering is. De maskeeringswolk zakt nu theo
retisch loodrecht naar beneden. De snelheid dar wolk tot practisch
nul terug te brengen is bijna niet mogelijk, doch op eenige K.M.
uursnelheid komt het practisch niet aan.
Als maskeeringsstoffen voldeden Silicium en Titaantetrachloride
het beste. Door toevoeging van ammoniakgas werd het dekkings
vermogen van Siliciumtetrachloride verhoogd. Het dekkingsver
mogen van Titaantetrachloride was voldoende, zoodat geen am
moniakgas behoefde te worden toegevoegd.
De maskeeringswolk werd meestal op een hoogte van 100 M.
afgegeven. De aldus ontstane wolk, zakt, al naar gelang de weers
omstandigheden, vlugger of langzamer naar beneden. Het vliegtuig
kan vanaf den grond moeilijk waargenomen worden, terwijl de
vlieger zelf voldoende zicht houdt over het onder hem liggende
terrein. Ook op grootere hoogten b. v. 600 M. en meer kunnen
maskeeringswolken afgegeven worden, die bij gunstige weersom
standigheden den afstand van vliegtuig tot aardbodem kunnen op
vullen. Volgens Amerikaansche gegevens kan een vliegtuig van
middelbare grootte binnen een minuut een rookscherm vliegen ter
lengte van 1600 M. en 180 M. hoog.
Ook heeft men in Amerika getracht dergelijke wolken met giftige
59