69 Militar Wochenblatt no. 10 (11 Sept. '28). Het artikel Französische Ansichten über Zusammenwirken von Kavalerie and Fliegern and iiber einige weitere kavalleristische Fragen'' bevat een korte samenvatting van een art. in de „Revue de Cavalerie" van Mei/Juni '28 omtrent de ervaringen, opgedaan bij de oefeningen van de Fransche le Cav. div. met 2 vliegtuigdivisies, in het najaar van 1927. Daar wij nooit met dergelijke cav. machten hebben te werken, kan worden volstaan met de vermelding van enkele gegevens, in het bijzonder betreffende de verbinding. De verbinding met het van radio voorziene vliegtuig heeft dan, hoe paradoxaal het ook klinkt, de marschsnelheid van de Cav. ver minderd. De radio-overbrenging (het vercijferen inbegrepen) vorderde telkens minstens 1 uur. Gewenscht wordt geacht, het radiostation sprongsgewijze te doen volgen, waardoor bescherming echter noodig zal zijn en het geheel met auto's zrl moeten zijn uitgerust. Het bleek verder, dat het ingrijpen in het gevecht door de vliegtuigen pas plaats kon hebben l'/4 a l'/2 uur nadat het bevel daartoe was uitgegaan. Ondersteuning van artillerievuur kon pas verkregen worden 1 uur na den aangevraagden steun. Militar Wochenblatt no. 11 (18 Sept. '28.) Uit de rubriek »Heere und Flottenvermelden wij de versterking van de Japansche marineluchtstrijd krachten tot 17 „Staffeln" (zie 1. M. T. blz. 957). Militar Wochenblatt no. 14 (11 Oct. '28). „Die französischen Manöver 1928", hadden dit jaar ten doel, de praktische beproeving van meerdere gewich tige in zwang zijnde gevechtsmethodes in min of meer groote verbanden. Elke manoeuvre had een bepaald oefeningsdoeleinde ten grondslag; hiernaar werden de terreinkeuze, de tijdruimte en de troepensamenstelling geregeld. De tegenpartij was slechts middel tot het doel en werd door de leiding tot in bijzonderheden geïnstrueerd. De leider (Gen. Guillaumat) kwam tot de conclusie, dat er twee soorten van manoeuvres konden worden gehouden. In de eerste plaats die, waarin men het oorlogsbeeld zoo natuurgetrouw tracht af te beelden en dus twee volwaardige partijen tegenover elkaiider stelt. Deze methode verdient de voor keur, doch is niet altijd door te voeren en mag niet worden toegepast, wanneer bepaalde gewichtige oefeningsdoeleinden worden beoogd. Het voortbewegings- vraagstuk met behulp van motorvoertuigen acht de leider opgelost. Zij komen overal. De oefeningen beoogden in het bijzonder, het benutten van operatieve en taktische omstandigheden, snelheid van handelen en beweging, en den strijd om den onaangeleunden vleugel. „Über die Bedeutung der Fliisse bei der Kriegführung"Schr. stelt vast dat het zoo goed als nooit in de krijgsgeschiedenis is voorgekomen, dat een ernstig ondernomen aanval, welke een rivieroverschrijding ten doel had, is mislukt. Schr. bestrijdt de meening, dat rivieren in grootere mate een hindernis voor den aanvaller beteekenen, nu deze zoo rijkelijk met technisch materiaal is uitgerust. Schr. acht dit een voordeel, omdat daardoor grootere breedten worden beheerscht en een grootere keuze van overgangsplaatsen mogelijk wordt gemaakt, waardoor het moment van verrassing wordt begunstigd. Hoe sneller de aanvaller zich kan verplaatsen, hoe meer de verdediger in het nadeel is. Tenzij groote fouten worden gemaakt, wint de aanvaller het van oud-historische tijden af steeds van den verdediger. Volgens schr. ligt de groote beteekenis van rivieren niet op taktisch doch op operatief gebied. Bij riviergevechten zijn sterkere wilskracht en sneller aanpassingsver mogen de beslissende factoren. Fliegertarnungbespreekt een nieuw nevelapparaat van de bekende Mi- mimax maatschappij, waarmede bevredigende proeven werden genomen. Met een apparaat van 100 L. inhoud gelukte het een nevelwolk (ondoorzichtig) van 80 M. hoogte, 3 K.M. lengte en 0.5 K.M. breedte met een duur van 1 uur te ontwikkelen. Uit de rubriek „Aas der Werkstatt der Truppe" vermelden wij enkele ge gevens van de Fransche sectie volgens de nieuwe organisatie. De sectie bestaat uit 3 even sterke gevechtsgroepen met elk een 1. mitr. Frontuitbreiding max.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 71