De art. vuurkracht van de cav. div. werd verdubbeld, terwijl bij de legercav. pantserauto's, lichte tanks en verkenningsvliegt. afdn. werden ingedeeld. In totaal 36 pantserauto s. Per cav. div. 13 vliegtuigen voor verkenning en enkele voor foto-opnamen. Die Offizier-Erganzimgsbestimmungen des Reichheeresvan Oberst v. Cochenhausen, geven een inzicht in de nieuwe aanvullingsbepalingen betref fende de officiersopleiding voor het Duitsche vrijwilligersleger. Hierbij wordt volledig rekening gehouden niet de moeilijkere en meer verantwoordelijke taak. van den modernen officier. De aanstelling tot luitenant heeft plaats naar gelang er plaatsen vrij komen. De geheele opleiding geschiedt in 33/4 a 4 Va jaar. Als eisch van toelating geldt het eindexamen H. B. S. of een gelijkwaardig examen. Aanvulling uit den troep is mogelijk gebleven, doch hiervoor worden zoodanige waarborgen geëischt, dat de eenheid in het offi cierskorps bewaard blijft. Bij de „Französisch-Englische Manöver itn Rheinland" bleek, dat bij gebruik van motorvoertuigen in grooten stijl, het legerfront zich per dag 40 K M voorwaarts kon verplaatsen. De manoeuvres hebben geleerd, dat in de toe komst naast de vliegtuigen, ook de landstrijdkrachten met ongekende snelheid zullen kunnen opereeren. Bulletin Beige des Sciences Militaires, October '28. „Les Chars de combat bevat een opsomming van de verschillende soorten vechtwagens welke Amerika bezit. Dit land heeft tot heden nog geen nieuw materieel aanvaard, doch zet de proefnemingen met Amerikaansche breedheid en zekerheid voort. Omtrent Japan wordt vermeld, dat een zeker aantal chars Renault F. T. en chars Whippet in dienst zijn. In den aanmaak wordt sedert 1926 door de eigen industrie voorzien. In beproeving zijneen zware en een lichte wagen. De lichte wagen heeft een snelheid van max. 20 K.M./uur pantsering 15 m.M. Schr. is van meening, dat thans de vechtwagens reeds in staat zijn hunne werkzaamheid te doen gevoelen op meer dan 100 K.M. van hun basis. ,,L' Organisation de la Defense Nationale en Suisse" bevat gegevens om trent het Zwitsersche leger. Het bataljon is samengesteld uit 3 a 4 cien. inf. a 4 secties van 3 groepen van 9 fuseliers en 2 groepen 1. mitrs. van 8 man. Uit de rubriek Analyses et comptes rendus" worden enkele gegevens ver meld betreffende het inf. kanon Beardmore, waarmede in Polen proeven worden genomen. Kal. 47 m.M., gewicht 234 K.G., 3 man bediening, op raderen door 3 man in het terrein te vervoeren, verdeeld in lasten door 5 man te dragen; vuursnelheid 35 schoten per minuut; gewicht proj. plus lading 2.113 K.G., doorboringsvermogen op 1240 M. 20 m.M. pantser; bij gebruik als houwitser kan gevuurd worden onder een hoek van 45°, V0 494 m/s; max. dracht 6625 M.; 3 soorten projectielen. Mil. Wochenblatt no. 13, 4 October '28. „Vom denkenden Oehorsam" geeft een uittreksel van een artikel van den generaal majoor Feeser in „Wissen und Wehr, Heft 7" over militaire en burgerlijke gehoorzaamheid. Onder scheid wordt gemaakt tusschen onvoorwaardelijke, blinde, verstandelijke, be perkte gehoorzaamheid en de juiste of denkende gehoorzaamheid. In verband daarmede worden beschouwingen gegeven over de kloof, welke er in den grooten oorlog bestond tusschen den frontofficier en de leiders. De daden drang en het plichtsbesef der staven konden zich slechts in papieren bevelen uiten. Van deze organen was de inktbandjir afkomstig, waaronder men aan het front meer leed dan van regen en modder. Als voorbeeld wordt ge noemd, dat een b. ct. 'savonds in zijn schutterskuil een aanvalsbevel van 40 blzn. ontving, welke hij voor het aanbreken van den dag moest hebben doorworsteld omdat dan het gevecht zou aanvangen. De stafofficier die het bevel gemaakt had, was ongetwijfeld in puiken papiervorm. Hij zal met trotsch gezegd hebben, dat hij aan alles heeft gedacht. Vergeten werd echter, dat er aan gedacht moest worden, dat het bevattings vermogen van den commandant in linie, onder de daar heerschende omstan digheden, zijn grenzen heeft. „Auch auf diesem Gebiete des militarischen Ge- 72

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 74