gedachte opzet zou moeten worden verlaten. De leider dient dan echter onmiddellijk op de hoogte te worden gesteld. Waar hier gesproken wordt van het „volgen van het plan van den leider", dient nog het volgende te worden opgemerkt. De op vatting moet niet wezen, dat de oefening moet verloopen volgens een tevoren precies vastgesteld schema. Het is de bedoeling dat een bepaalde manoeuvre tot uiting komt. De leider heeft zich b. v. voorgesteld, een der partijen een om vatting te laten verrichten; in verband daarmede is door hem een bepaalde tactische toestand geschapen. Verder kan en mag h ij n i e t g a a n. De verdere ontwikkeling van den toestand hangt af van de maatregelen van de(n) partij-commandant(en). Nu is het de taak van de scheidsrechters, zorg te dragen, dat de partij commandant, in verband met de genomen maatregelen en in overeenstemming met de werkelijkheid die inlichtingen ontvangt (b. v. betreffende de sterkte van 's vijands front), dat inderdaad de omvatting wordt ingezet. Het is geen bezwaar, indien de omvatting, ten gevolge van maatregelen van de tegenpartij, geen effect heeft. Het doel van de oefening, de omvatting, is bereikt en de tegenpartij heeft daarop gereageerd. Een dergelijke wijze van oefenen eischt echter twee partijen, wat, helaas, ons voorschrift niet kent. In ons systeem moet een der partijen tevoren weten, wat de andere gaat doen; het schematische is daarom, gezien de omstandigheden, moeilijk te ontgaan. Ad. 3). Door te voldoen aan de taak, aangegeven in dit punt, heeft de scheidsr. dienst zich bij den troep wel eens een minder gunstigen naam verworven. Men stelle echter op den voor grond, dat iedere scheidsrechter zich van het leveren van critiek dient te onthouden. Desalniettemin zal iedere scheidsrechter gegevens moeten verzamelen, aangezien de leider nu eenmaal voor de bespreking over de noodige bijzonderheden moet beschikken, terwijl deze niet voldoende verkregen worden uit de bevelen van de com mandanten. Daarom is het zaak, den leider gedurende een oefening geheel op de hoogte te houden, terwijl het bovendien alleszins aanbeveling verdient, dat na afloop door de scheidsrechters z. g. „scheidsrechterlijke verslagen" worden ingediend. Ter toelichting worde aangeteekend, dat met de oefeningen ook wordt beoogd het aankweeken van besluit vaardigheid bij de commandanten, het snel overzien van den toestand, het onmiddellijk nemen van beslissingen, welke wederom in bevelen worden omgezet. Langzaam handelen van een com mandant kan in zeker opzicht blijken uit zijn bevelen, doch, in gevallen dat er veel en snel geageerd wordt, is dat zeer moeilijk, 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 8