vooral, indien nog mondelinge bevelen worden uitgegeven. Ook
de kennis van de motieven, waarop de bevelen berusten, blijven
doorgaans onbekend, terwijl zonder deze wetenschap zeer moeilijk-
een goede bespreking valt te geven. Het is juist in bedoelde ver
slagen, dat een en ander tot uiting moet komen.
Deze scheidsrechters (berichtofficieren) moeten daarom volledig
op de hoogte zijn van de ontvangen en verstrekte bevelen. Op
onopvallende wijze, ten einde de commandanten niet te hinderen,
nemen zij inzage van de verschillende berichten en van de diverse
bevelen, welke daarop eventueel volgen. Het is de appreciatie van
den toestand door een commandant, welke voor den leider van het
hoogste gewicht is.
Het is van betrekkelijk ondergeschikt belang, dat het eene onder
deel op een gegeven oogenblik wel succes verkrijgt en een ander
niet. Wel van belang daarentegen is het, te weten, waarom de
een slaagt en de ander niet, waar een moge-
1 ij k e fout ligt. Is het moment, waarop een commandant een
beslissing nam, goed gekozen? Ziehier enkele punten, waarop bij
een bespreking de aandacht gevestigd moet worden en waarom
trent de scheidsrechters de noodige gegevens moeten verschaffen.
Ad. 4).
Dit punt behoeft weinig toelichting. Gewezen moge worden op
de belangrijke taak, welke in Nederland aan den scheidsr. dienst
was weggelegd, toen daar een nieuwe eenheid, de „lichte brigade
haar intrede deed. Op overeenkomstige wijze zou zij in ons leger
kunnen medewerken gewijzigde denkbeelden, b. v. ten aanzien van
het gebruik van de cavalerie, ingang te doen vinden.
DE WERKWIJZE VAN DEN SCHEIDSRECHTERLIJKEN
DIENST.
Een belangrijke kwestie is de vraag, hoe de scheidsr. dienst
de hiervoren aangegeven taak ten uitvoer zal leggen.
De scheidsrechterlijke dienst moet zorg dragen, dat de troepen
op de hoogte worden gesteld omtrent verschillende voorvallen, voor
zoover daaromtrent geen gegevens verkregen kunnen worden door
eigen waarneming of maatregelen, terwijl deze daarentegen in den
oorlog duidelijk zouden spreken.
De verschillende commandanten behooren voortdurend mededee-
ling te ontvangen betreffende aard en uitwerking van 's vijands
en van eigen vuur, terwijl tevens voorvallen van het nevenfront,
voorzoover althans overeenstemmende met de werkelijkheid, dienen
te worden aangegeven.
Het behoeft geen betoog, dat eenheid van opvatting
moet bestaan tusschen de verschillende scheidsrechters, niet slechts
gedurende een enkele-, doch daarentegen bij alle oefeningen. Een
7