Waarom moet infanterie, die voor het gevecht gereed is, en een deel van de vijandelijke linie als aanvalsobject krijgt aangewezen, door cavalerie in front worden beveiligd? Waarom moet onze zwakke cavalerie worden gebezigd om 's vijands opmarsch te vertragen? Waarom moet cavalerie met hare zwakke gevechtskracht een gevecht aangaan tot zij door infanterie kan worden afgelost? Waarvoor dient een opdracht: De cavalerie blijft zoolang moge lijk voor het front beveiligen? Al dergelijke opdrachten wijzen er ten duidelijkste op, dat de aanvoering de draad kwijt is, dat niet wordt doorvoeld, dat cacalerie in de eerste plaats voor die opdrachten moet worden gebezigd, waarbij van de bijzondere eigenschappen van het wapen partij kan worden getrokken. Men geeft er zich geen rekenschap meer van, dat cavalerie een zeer groot doelwit voor vijandelijk vuur vormt; dat zij in zeer vele terreinen zich minder goed kan verplaatsen dan infanterie; dat haar gevechtskracht gering is in verhouding tot die van de infanterie; dat daarentegen het paard voor den cavalerist het snelle transport middel is; dat dank zij het paard, de cavalerie zich in voor haar geschikte terreinen veel sneller kan verplaatsen dan infanterie, dat in het algemeen onze cavalerie zich dus meer eigent voor „zien en waarschuwen" dan voor „vechten". Men staart zich blind op de hoofdtaak „beveiligen" welke in onze voorschriften aan de cavalerie wordt opgelegd. Voor de wijze, waarop de cavalerie dan wel voor de beveiliging moet worden gebruikt, verwijs ik naar bladzijde 940941 I. M. T. November 1928. Doch hieruit zal tevens blijken, dat van hoeveel waarde ook een goed uitgevoerde beveiliging kan zijn, de belangrijkheid van de opdrachten achterstaat bij die van de verkenningen, hetgeen ook niet behoeft te verwonderen. Bij de verkenning kan de cavalerie zich voluit ontplooien, zij wordt dan gebruikt voor een taak, waarbij hare bijzondere eigen schappen tot hun recht kunnen komen. Naarmate de afstanden kleiner worden, de invloed van de vuur wapens grooter wordt, de snelheid van het paard minder gewicht in de schaal legt, moet de waarde van de cavalerie dalen. Zijn eenmaal de beide partijen slaags geraakt, dan is alleen op de vleugels nog plaats voor de cavalerie; doch ook hier wordt haar werkingsfeer belangrijk ingekrompen door de afstanden waarop de troepen elkaar zijn genaderd, terwijl als regel het rayon der cavalerie steeds kleiner zal worden, bij het verminderen van den gevechtsafstand. Grijpt de cavalerie naar de karabijn, waartoe de gevechtsomstan digheden haar kunnen dwingen, dan speelt de cavalerie geen 87

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 13