om, in voorkomende gevallen, op grond van nader bekend geworden gegevens, waarmede de A. B. nog geen rekening heeft kunnen houden, de ontvangen opdracht naar behoefte aan te vullen en z.n. ervan af te wijken, indien daardoor de uitvoering van de plannen van den A. B. beter worden gewaarborgd. Onder de aan den cavaleriecommandant overgelaten uitvoering ressorteert dan ook het ontwerpen van een verkenningsplan binnen de aangegeven grenzen en het aanwijzen van gedeelten van de beschikbare organen voor bepaalde verkenningsdoeleinden. Zulks kan er naar onze meening toe leiden, dat die cavalerie commandant aan een onderdeel, b.v. een of twee eskadrons, grootere vrijheid van handelen laat, dan aan een ander deel, dat hij een zuiver beveiligende taak heeft toegedacht. Zal het laatste gedeelte bepaald gebonden worden aan een beveiligd onderdeel van de troepenmacht of aan een bepaalden marschweg, het eerstgenoemde deel zal hij b. v. geheel vrij kunnen laten in de keuze van zijn marschweg. Hieruit concludeere men nu niet, dat we een willens en wetens afwijken van de in het A. T. V. hoofdstuk II punten 26 en 29, luidende „de verkenning wordt verricht door patrouilles" en „de sterkte van een verkenningspatrouille bedraagt als regel ten hoogste '/2 peloton cavalerie" propageeren. Neen ook naar onze meening zal, in de voor ons geldende omstandigheden het ver kennen zelf moeten geschieden door patrouilles, doch deze moeten er gens op kunnen steunen en kunnen worden aangevuld of vervangen. Vandaar dat we oorspronkelijk betoogden, dat voor de verkenning op betrekkelijk groote afstanden (tactische afstanden wel te verstaan) enkele kleine patrouilles zich minder eigenen, omdat deze zich niet meer in zelfstandige patrouilles kunnen splitsen en een tijdige berichtgeving niet verzekerd is en voorts opmerkten, dat een sterkere afdeeling, zich zal kunnen splitsen in kleine patrouilles, welke naar een te voren overwogen plan tegelijkertijd in verschil lende richtingen de verkenning (het zoeken naar vijandelijke infan terie) inzetten en z. n. het geconstateerde rechtstreeks en met de geheele patrouille melden ter plaatse waar zulks is gelast. Dit laatste vulden we later in ons wederwoord aan den luitenant kolonel der cavalerie P. C. Colthoff nog aan met: „Het ware vollediger geweest, wanneer we hieraan hadden toe gevoegd, dat de commandant van een dusdanig sterkere afdeeling de mogelijkheid wordt geboden, om zelf met een deel van zijn troep een bepaald punt vast te houden, om vandaar uit de verkenning naar een gevormd plan te regelen, de uitgezonden patrouilles op te vangen, om te dienen als reservoir voor de uit te zenden patrouilles en althans te voorkomen, dat zijn 91

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 17