die de bezetting toonde, en al zou het alleen maar waardeering zijn, voor de wijze waarop de overwinnaars dien moed respec teerden. Ontegenzeggelijk leert ons zoo'n beeld in één oogopslag meer van het wezen van den Oorlog, dan vele lesuren, en ontegen zeggelijk gaat van zoo'n plaat meer mil. opvoedende kracht uit, dan vele lessen in de paedagogiek. Want zij geeft maar al te duidelijk aan, dat de oorlog geen liefhebberij is, dat er zoo on noemelijk veel in wordt geleden, dat van den mensch vaak zoo „bovenmenschelijk" veel wordt gevergd, dat wanorde, ontberingen en vermoeienissen regel zijn, en dat gevecht en wanorde bij elkaar hooren als Remus en Romulus, zooals de toenmalige, Kapitein J. C. Koster in zijn lezing in de Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschappen zich uitdrukt. En ook leert die plaat dat alleen innige onderlinge samenwerking in staat is zooveel door te maken. Hoe meer de infanterie wordt voorbereid voor deze zware oorlogstaak, hoe beter de troep wordt geoefend, afgericht, en militair wordt opgevoed, des te makkelijker zullen de vele moeilijk heden overwonnen worden, des te grooter zullen de prestaties zijn. Doch africhting en opvoeding zijn moeielijk. Africhten (opleiding) zouden wij willen noemen, „den troep geschikt maken voor het werkelijk gevecht, d.w. z. den man bij brengen hoe technisch het gevecht gevoerd wordt, en hoe hij onder de verschillende omstandigheden moet handelen". Onder opvoeden zouden wij willen verstaan, den man de mo- reele eigenschappen bijbrengen, die hem in staat stellen zich vrijwillig aan alle eischen te onderwerpen, die de discipline stelt, en die als voorbereiding dienen, om de moreeldoodende werking van het moderne vuur te kunnen ondergaan. Doch africhting en opvoeding bleken immer moeielijk te zijn. Africhten is moeielijk, omdat in een goede tactiek, tactiek en techniek hand aan hand voortschrijden, en het is juist in vredestijd zoo moeielijk te bepalen, hoe de uitwerking van de techniek in oorlogstijd zal zijn, en wat de juiste maatregelen daartegen zijn. Iedere oorlog leerde weer, dat de techniek de tactiek vooruitwas, onverschillig of de oorlog gewonnen of verloren werd. Bovendien is africhting moeilijk, omdat het gevaar zoo groot is, dat lange vredesperioden den zin voor de werkelijkheid weg nemen, en de africhting min of meer doen ontaarden in een op leiding naar vredesbehoeften. (Revue Parades Exercitiën) En de infanterie betaalt in werkelijkheid het gelag. Militaire opvoeding is moeilijk, omdat het aankweeken van moreele eigenschappen zoo makkelijk ontaardt in 't voorhouden van holle nietszeggende phrases, zozder eenigen ondergrond. Juist omdat de oorlog immer verrassingen geeft, moet men zich wachten den troep een zoogenaamd recept voor de over- 96

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 22